De droom van een moeder

De droom van een moeder

Akky Leurink


EUR 18,90

Formaat: 13,5 x 21,5
Pagina aantal: 226
ISBN: 978-3-99064-401-0
Publicatie datum: 17.01.2019
De droom van een moeder is het debuut van Akky Leurink waarin ze haar ervaringen beschrijft van haar huwelijk en de spirituele zoektocht na emigratie naar Nieuw-Zeeland.Deze droom wordt ruw verstoord wanneer blijkt dat haar man Jan ongeneeslijk ziek is.

'Hij fluistert:
ik hou van jou,
wat hij bedoelt is:
ga niet bij me weg’


Kerst 2010

We hadden de grote tent opgezet dicht bij de wijde monding van de rivier, daar waar het water de oceaan instroomt. De camping lag aan de zee in Mapua, een dorpje 35 kilometer ten noorden van Nelson.
Het tij was nu stil, een kwestie van een paar minuten. Ik hield oplettend de zeilboten in de gaten die voor anker lagen in de wijde monding van de rivier. Want het kon elk moment gebeuren. Als het tij ging keren dan draaiden de boten in de andere richting. Een fascinerend moment, vond ik.

Ik keek om me heen vanuit mijn zonnestoel, het was nog rustig op de camping, de meeste mensen zouden morgen komen, na de eerste kerstdag, die dag werd thuis gevierd met familie, veel eten, drinken en cadeaus.
Mijn blik rustte op Jan, die in de andere stoel lag in de schaduw onder de bomen. Ik stond langzaam op en liep naar hem toe, zachtjes, zodat hij niet wakker zou worden. Ik stond daar als aan de grond genageld en keek naar zijn inmiddels magere gezicht. Er ging een rilling door me heen. De kanker is terug, ik zag het, ik wist het. Hij zag geel en grauw, zijn mond ongecontroleerd open waardoor hij zachtjes snurkte. Het begon te onweren in mijn hoofd, felle bliksemflitsen schoten alle kanten op. Gevoelens van paniek, angst en woede gierden door mijn lichaam. Ik moest me beheersen, liep verdoofd van hem weg en plofte terug in de stoel. In een waas was ik getuige van het draaien van het getij, het werd eb. In mijn lichaam werd het vloed, springvloed.
Ik kon niets anders bedenken dan om iets van eten klaar te maken. Verdoofd graaide ik het een en ander uit de koelbox en flanste een maaltijd in elkaar. Het kon me eigenlijk niks meer schelen wat hij ervan zou vinden, lekker of niet. Ik was inmiddels immuun geworden voor zijn kritiek.
Ik werd abrupt uit mijn donkere wolk gehaald toen ik iemand mijn naam hoorde roepen. Het waren mijn vriendin Kate en haar dochter. O, wat een welkome onderbreking! Ik was vergeten dat we die afspraak hadden gemaakt, dat ze naar de camping zouden komen voor de lunch. Kate maakte geen punt van mijn verwarring, ze was eerder bezorgd om mij. Ik kon niet veel voor haar verbergen, niet doen alsof.
Ik kon met moeite mijn tranen onderdrukken toen ik in haar warme omhelzing viel. Ik had het uit willen schreeuwen: de pijn, de gevoelens van onmacht en frustratie. Maar nee, ook nu weer hield ik mezelf bij elkaar en deed wat ik van mezelf verwachtte.
Ze gaf me een knuffel en een knipoog.
Opeens kwam de gevleugelde uitspraak van de cabaretier Harrie Jekkers in mijn hoofd voorbij uit een van zijn unieke conferences, waarin de blauwhelm moeder roept: ‘Wie wil er een dropje, of anders een toffee misschien?’
Ik kon met moeite een glimlach onderdrukken. Is dit nu de werkelijkheid of ben ik in een droom?
We maakten er maar het beste van met af en toe een priemende blik van Kate in mijn richting. Ze had het allemaal zo goed door.
Jan at niet veel, had ook geen kritiek, hij mengde zich bijna beleefd in het gesprek wat moeizaam verliep.
Ik ging met ze mee naar de uitgang van de camping naar de parkeerplaats en liep met knikkende knieën terug naar de tent.

Wat was er veel gebeurd sinds die eerste keer dat we hier waren. Dat was in 2001 toen we als de volmaakte familie op vakantie gingen naar Nieuw-Zeeland. Ik had mijn gezin verrast met vier vliegtickets naar dit prachtige land met geld van de erfenis van mijn moeder, die in 1999 overleden was.
Ons verblijf hier op deze camping was voor mij het hoogtepunt van onze reis. Het zag er nu zo anders uit, een beetje verwilderd, niet goed onderhouden. De reusachtige bomen waren op een paar na allemaal gekapt, het zwembad was dicht, de schommels hingen er verlaten bij, er waren geen kinderen in de speeltuin. Ik liep langs de plek waar we toen met onze camper stonden. In gedachten zag ik mijn kinderen rennen en spelen tussen de veelal naakte toeristen, we waren kennelijk beland op een naturistencamping. Dat maakte deze plek zo uniek. In de grote gemeenschappelijke keuken stonden we gezellig met elkaar te koken, sommigen met alleen een handdoekje om, anderen zomers gekleed, het was allemaal oké. Dat is een van de charmes van Nieuw-Zeeland.

‘Ga je mee een stukje lopen?’ vroeg ik.
We moesten toch wat doen om de tijd te verdrijven, vond ik.
‘Ja, dat kunnen we doen,’ zei Jan met lichte tegenzin.
‘Er is een nieuwe pub gekomen, laten we daar straks wat gaan drinken,’ voegde ik eraan toe. De kroeg was dicht, natuurlijk het was eerste kerstdag!
Het lopen viel hem zwaar, zijn tred gecontroleerd op zoek naar een ritme. Automatisch zocht ik naar zijn hand, maar iets weerhield me. Vanuit een ooghoek keek ik naar hem en werd plots overspoeld door weemoed. Mijn blik dwaalde over zijn lichaam, de slanke man was nu mager, de kracht was uit zijn lijf verdwenen, zijn charismatische uitstraling veranderd in bitterheid en een spoor van angst, onzekerheid misschien.
Ik begon een oppervlakkig gesprek, haalde herinneringen op uit de tijd dat we hier voor de eerste keer waren, hoe opgewonden we allemaal raakten van de schoonheid en vrijheid in dit prachtige land. Het leek eeuwen geleden. Het landschap was niet veranderd, wij wel in die twintig jaar.

Foto 1 Bergen aan Zee





1983

Het was die vrijdagochtend in juni toen ik de telefoon opnam in de huiskamer van mijn moeder. Mam was nog boven in haar slaapkamer.
De receptioniste van Verolme, een groot scheepsbedrijf in Rotterdam vroeg: ‘Is Akky Leurink aanwezig?’
‘Daar spreekt u mee,’ antwoordde ik. Verolme, Rotterdam? Ik had geen idee wat die van mij wilde.
‘Een ogenblik, ik verbind u door met Kapitein Jan Maas.’
Jan Maas???? Ik begreep het niet, wat wilde hij nou?
‘Akky? Met Jan, Jan Maas, weet je nog wie ik ben?’ Ja, dat wist ik wel. Ik kende Jan en Dinie Maas van een paar feestjes in Hoorn, wist dat hij met zijn gezin in Nieuw-Zeeland had gewoond en gewerkt. Ik herinnerde me de geweldige verhalen vol avonturen in dat prachtige land. Ik hing aan zijn lippen toen we elkaar voor het eerst hadden ontmoet tijdens een feest in Hoorn. Die avond gingen we helemaal uit ons dak, hebben gedanst als wilden op de muziek ‘Staying Alive’ van de Bee Gees, dat was in 1979. Ik was getrouwd met Léon de beroemde kapper uit Hoorn.

‘Ik hoor dat je bij Léon weg bent, ik wil je graag uitnodigen voor een feest van de tennisclub waar ik lid ben, aanstaande zaterdag, morgen dus. Ik zou het geweldig vinden als je meegaat,’ zei hij.
‘Uhm, je overvalt me wel, ik heb al de nodige plannen gemaakt voor het weekend. Wil je me over een uur terugbellen?’
Ik wist niet wat te doen, de uitnodiging om zondag met mijn vriend Harry Bierman mee te gaan naar de Rally van Monte Carlo was al min of meer gepland. Ik besloot binnen tien minuten om niet naar Monte Carlo te gaan.

Ik zou Jan ontmoeten op Strand Zuid in Egmond aan Zee waar we een strandhuisje hadden. Het volmaakte terugtrekplekje tijdens de zomermaanden als ik genoeg had van mijn moeder en Purmerend. Ik was daar vaak met mijn jongste broer Ber. We hielden beiden van koken, exploreerden nieuwe recepten en dronken daar de passende wijnen bij.
Achter ons huisje hadden we een klein plaatsje. Zoals alle huisjes hadden wij het ook afgescheiden met schuttingen voor de nodige privacy. Het was een heerlijk plekje tegen de eerste duinenrij, erg beschut en weg van de drukte op het strand zodat we daar naakt konden zonnen. We waren nummer 140, bijna aan het einde van de rij huisjes, daar waar het strand nog rustig was.

Ik lag heerlijk in m’n blootje te genieten van de zon en een spannend boek toen ik een mannenstem hoorde zeggen: ‘Weet jij waar het huisje van Akky Leurink is, dat moet hier toch ergens zijn?’ O, mijn hemel, daar was Jan al, ik had hem niet zo vroeg verwacht. Ik realiseerde me dat ik naakt was en niet veel bij me had om mijn lichaam te bedekken. Ik wilde net het huisje invluchten, maar daar was hij al.
Hij opende zijn lange armen en voordat ik het me realiseerde verdween ik in zijn sterke en liefhebbende lichaam. Hij maakte grapjes over mijn naaktheid: ‘Nou, jij hebt niet veel meer te verbergen!’ Mijn eerste gedachte was: ‘Ben je daar eindelijk? Ik heb eeuwen op je gewacht.’
Zijn 13-jarige dochter stond achter hem, schuchter en verlegen, de scène in zich op te nemen.

Alles was zo overweldigend, hier was ik dan in een groot en vrij nieuw huis in Oudorp, een buitenwijk van Alkmaar. Jan had kennelijk zijn best gedaan om het een beetje gezellig te maken. Hier en daar stonden een paar lelijke vazen met lange, rechte chrysanten, hij deed een paar kaarsjes aan en zette een muziekje op. In een hoek van de kamer stond de wasmand met gevouwen was. Zo te zien had het bed schone lakens gekregen.

Zijn dochter was de babysitter dat weekend bij vrienden van de familie. Ik zou ze die avond ontmoeten op het feest van de tennisclub.
Ik had geen idee wat ik kon verwachten van zo’n feest, ik was geen lid van een club, kende die helemaal niet.
Ik mengde me in het feestgedruis en Jan stelde mij voor aan de vele mensen, hoofdzakelijk waren dat babyboomers, welgesteld, goed opgeleid en in het bezit van een eigen huis. De mannen veelal de hoofdverdieners en de meeste vrouwen waren thuis-moeders. Een cultuur die mij totaal vreemd was. Ik tenniste niet, ik had altijd gewerkt en ik had mijn moeder overdag nooit sherry zien drinken met de buurvrouwen of vriendinnen. Ik kwam uit een middenstandsmilieu, er was altijd werk te doen bij ons thuis.

Ik werd bekeken en afgewogen vanaf het moment dat we binnenkwamen. Monden vielen open, gevolgd door fluisteren en elkaar aanstoten. Ik was jong en mooi, mijn lange blonde haar hing in natuurlijke lokken los over mijn sensuele lichaam. Het eenvoudige zwarte jurkje maakte het alleen nog maar spannender. Jan was bijna veertien jaar ouder, lang en slank, een goed uitziende man met een charismatische kop. Mijn verschijning aan zijn arm had kennelijk niemand verwacht. Jan werd overspoeld met trots en plezier en ik gaf hem duidelijk het gevoel dat ik blij met hem was. Ik speelde mijn rol prima en genoot van de pokende ogen die in mijn rug staken.

4 Sterren
De droom van een moeder - 26.12.2019
Hanny Does-v. Baarsen

Een heel bijzonder verhaal van een vrouw uit Purmerend. Haar familie en winkel en Akky als jong meisje heb ik gekend. Zelf ben ik 9 jaar ouder en woonde in de Julianastraat. Ik was heel benieuwd hoe het verder met haar gegaan was. Heel verrassend en bijzonder om haar levensverhaal te lezen en heel mooi beschreven.

5 Sterren
Mooie biografie  - 25.07.2019
Daphne

Mooi geschreven, recht uit het hart. Over het turbulente leven van een intrigerende vrouw.

5 Sterren
De droom van een moeder - 06.05.2019
B. Grootjen.

Goed geschreven boek. Haar beleving is bijna te voelen als je het leest. Je leest het in een adem uit. Een waar verhaal waar nog veel mensen zich in kunnen herkennen.

5 Sterren
Als twee mensen hun leven met elkaar delen om door de moeilijkste situaties te gaan dan heet dat ech - 11.03.2019
Harry Leurink

Hij is kapitein op zee. Een autoriteit op zijn werk waar iedereen tegen hem opkijkt en waar hij zeer gewaardeerd wordt. Als hij thuis komt bevindt hij zich in een gezinssituatie waar de echtgenote de autoriteit is en waar hij zich onwennig moet aanpassen.Dit is het verhaal van twee mensen met een sterke persoonlijkheid die zoveel van elkaar houden dat zij hun karakters met elkaar kunnen kruisen en uitwerken. Die eigenschappen zijn misschien ook wel de zwakste punten die ze in elkaar tegenkomen.Een prachtig boek waarin velen zich zullen herkennen. Ik las het in één ruk uit.

Misschien vind je dit ook leuk :

De droom van een moeder

Angela Viljeer

Fietsreis van Eindhoven naar Singapore

review:
*verplichte velden