HET ENGELENBOEK

HET ENGELENBOEK

Een boodschap van vrede, afwijzing van extremisme

Mohammed S. Nasrullah


EUR 19,90

Formaat: 13,5 X 21,5
Pagina aantal: 472
ISBN: 978-3-99048-378-7
Publicatie datum: 07.06.2016
"Het Engelenboek" is het debuut van Mohammed S. Nasrullah (1943).Hierin vertelt hij dat de islam een godsdienst is van vrede, orde en gezagsverhoudingen.Hij draagt dit boek op aan alle mensen die dromen van een gelukkige en rechtvaardige wereld.
Ik draag dit boek op aan alle mensen die dromen van een gelukkige
en rechtvaardige wereld. Ik wens mijn dank uit te spreken
aan mijn geboorteland Suriname, dat een Verenigde Naties in
het klein is, waar alle mensen van alle rassen vredig naast elkaar
leven en waar de diverse culturele, godsdienstige en andere verschillen
worden gezien als verrijking voor allen. Suriname heeft
hiermee een uitstekend exportproduct in onze huidige gescheurde
wereld. De hele wereld, met name regeerders, zou er een bezoek
moeten brengen om geïnspireerd te raken. Ik wens mijn dank
ook uit te spreken aan het modelland Nederland en zijn burgers
waar ik een tweede vaderland vond en mij in vrijheid kon ontplooien.
Het is een geluk om in dit land te leven, en iedereen
dient er het beste en maximale uit te halen, gezien de mogelijkheden
die er zijn. Ik denk met plezier terug aan de mensen die
mij hebben geholpen en kansen geboden, en vertrouwen in mij
hadden, zodat ik uiteindelijk een diplomatieke functie kon vervullen
bij de NAVO in Brussel. Mijn motto luidt: ‘inspanning
loont’, want energie gaat nooit verloren.
De schrijver
‘Onze Heer! Kastijd ons niet, indien wij vergeten of een fout begaan;
Onze Heer! Laad op ons geen last zoals Gij (dien) op degenen vóór ons
hebt geladen; Onze heer! Leg ons niet datgene op, waarvoor wij geen
kracht hebben; en vergeef en schenk ons bescherming en wees ons genadig;
Gij zijt onze Beschermer’
(Koran, 2:286).
Samenvatting van het doel en
de inhoud van dit boek
Islam is een godsdienst van vrede en van orde en gezagsverhoudingen.
Heden ten dage worden in het westen helaas stemmen
gehoord die mensen moeten doen geloven dat de huidige terroristische
activiteiten inspiratie vinden in de Koran. In dit boek
laat ik zien dat deze veronderstelling van sommigen geheel misplaatst
is. Net als bij mensen die wetten van landen overtreden
en de meest gruwelijke misdaden plegen zonder dat de oorzaak
wordt gezocht in die wetten, zo kunnen de vreselijke misdaden
die in onze tijd in naam van de islam gepleegd worden niet toegeschreven
worden aan teksten en geboden in de Koran. Zouden
in het eerste geval de wetten als oorzaak worden aangemerkt,
dan zouden de plegers van misdaden nooit kunnen worden geresocialiseerd
voor hun terugkeer in de maatschappij en de werkelijke
oorzaken van hun handelen niet kunnen worden achterhaald,
waardoor ook niet voorkomen zou kunnen worden, dat
anderen dezelfde slechte paden opgaan. Op dezelfde manier heeft
het betitelen van extremisten die allerlei verschrikkelijke wandaden
plegen tegen mensengemeenschappen als ‘moslim’-terroristen
geen rechtvaardiging, omdat de islam juist het tegenovergestelde
leert; de kenschetsing speelt hen juist in de kaart, omdat
hun daarmee de islam als paraplu wordt geboden voor hun verschrikkingen;
zij worden zo geholpen, want daarmee laten ze
ons vallen in hun list. Immers, ze spelen het klaar om enkele geboden
van de Koran te kapen en hun interpretatie zo te misvormen
dat zij hun politieke belangen kunnen dienen door de jeugd,
die in hun nabijheid of onder hun invloed is te vergiftigen met
hun nieuwe verwerpelijke ideologieën, die op geen enkele wijze
verdedigbaar zijn vanuit de islam. In hun gedachten wordt hun
zaak groter door te schermen met de islam, want ze denken dat
ze daarmee alle moslims in hun strijd werpen. Daarom wordt in
dit boek ingegaan op de belangrijkste leerstellingen van de islam,
waarna de valse claims van de extremisten worden ontrafeld.
Verder wordt onderzocht wat de werkelijke oorzaken zijn
van het afglijden van mensen die extremisten konden worden,
en in de eerste plaats de moslimgemeenschappen hard en meedogenloos
treffen terwijl het westen op grote afstand tegen hen
vecht om eigen gemeenschappen te beschermen. Tevens wordt
aangegeven welke mogelijkheden er zijn om uit de vicieuze cirkel
van geweld te komen. Dat de gevaarlijke en ernstige situatie
in de wereld zo snel mogelijk dient te de-escaleren, staat boven
kijf, met name omdat in de zeer naaste toekomst het vernuft, de
creativiteit en vermogens van de mensheid dienen te worden gemobiliseerd
en gekanaliseerd naar het vinden van oplossingen –
voor nog grotere problemen in verband met de groeiende wereldbevolking,
de gevaarlijke belasting van het milieu en de te
verwachten spanningen tussen volken om het bezit of de verdeling
van de steeds schaarser wordende grondstoffen en traditionele
vormen van fossiele brandstoffen. De hemel behoede ons
ervoor dat de mensheid daardoor in een wereldwijd conf lict verzeild
raakt, met nooit eerder vertoond verderf en verval. Daarom
moeten – nu al in VN-verband afspraken worden gemaakt over
de beste strategieën om de wereld en haar bevolking door de te
verwachten gigantische uitdagingen heen te leiden. Ieder mens
kan uit eigen logisch redeneren af leiden dat al op grond van de
normaal geldende waarden en normen, geen enkel weldenkend
mens, laat staan – van God gekomen geboden van welke godsdienst
dan ook, kan aanzetten tot gruweldaden – waar – de mensheid
vooreerst getuige van is. Met de mensen die dat wel doen,
de extremisten, is er dus iets aan de hand, en dat wordt onderzocht.
De islam is een godsdienst van de logica. De Koran roept
op om na te denken en niet klakkeloos te geloven. Omdat er veel
mensen zijn die de rede toch niet gebruiken, komen ze tot opzienbarende
misvattingen, die eerder niet zijn vertoond, althans
als we de barbarijen uit de middeleeuwen, de koloniale tijdperk
met slavernij als dieptepunt, en de – gruwelijke wandaden van
Hitler en zijn trawanten en andere volkerenmoorden in dit boek
genoemd, even buiten beschouwing laten. Omdat islam vrede
betekent, gaan de aanbevelingen richting dialoog en het oplossen van problemen met gebruikmaking van de rede, waarbij het
eventueel gebruik van geweld – altijd als verdedigingsmiddel
moet dienen tegen daadwerkelijke aanvallen. Ook is aangegeven
hoe wij de wereld kunnen pacificeren door onze instinctmatige
begeerten te leren beheersen, en met name bij de jeugd universele
immateriële principes aan te prijzen.

DEEL I
Hoofdstuk 1
Samenvatting en Inleiding
De huidige wereld is in rep en roer. Wellicht nooit eerder hebben
er zoveel onvrede en onveiligheid geheerst als nu in onze
tijd. En niemand schijnt een oplossing te hebben over hoe uit
deze gevaarlijke toestand te geraken. Meer en meer wordt door
partijen gekozen voor geweldsopties en ferme taal, die nog negatievere
effecten schijnen te sorteren. Veelal wordt voor het ontstaan
van deze wereldbedreigende situatie als begin genomen de
verschrikkelijke gebeurtenissen van 11 september 2001 waarbij
in New York de beide torens van het World Trade Center met
kamikazeacties met vliegtuigen van de burgerluchtvaart werden
aangevallen, met als gevolg duizenden onschuldige slachtoffers.
Dit had weer tot gevolg het ontstaan van gevoelens van grote
angst en onveiligheid, niet alleen bij burgers, maar meer nog bij
regeringen, en de roep om wraak en het nemen van acties om
dit soort wrede en onmenselijke aanvallen op onschuldigen te
voorkomen. Betrekkelijk snel werden groeperingen als Al Qaida
en de taliban als de boosdoeners aangewezen, mede doordat
zijzelf deze demonische aanvallen opeisten. Deze radicale groeperingen
hanteren in woord en geschrift ideologieën die gebaseerd
zouden zijn op de islam. En al gauw ontstond wijdverbreid
de indruk dat inderdaad de islam haat en oorlog propageert en als
de kern van het huidige onveiligheidsvraagstuk moet worden gezien.
Men vergewist zich er niet in voldoende mate van dat ideologieën
gepredikt om politieke doeleinden, die diametraal staan tegenover de teksten van de Koran, en met visie en gedrag van
de grote meerderheid der moslims in de wereld, niet als maatgevend
kunnen gelden. Want in andere godsdiensten hebben fanatici
ook misbruik gemaakt van hun godsdiensten en in naam van
God verderf en vernietiging gezaaid in de loop der tijden. Bepaalde
extreme groeperingen van de tegenovergestelde kant roepen
daarom om verbanning van het Heilige Boek van islam en
criminaliseren ook moslims in algemene zin en zien hun Profeet
als de grote boosdoener, en duiden hem aan als een persoon die
allesbehalve een vredesprediker was. Overigens wordt bij criminele
handelingen van burgers nooit geroepen dat de wetten oorzaak
zijn van het afglijden van deze burgers in de maatschappij;
men zoekt juist naar de oorzaken in hun milieus om na te gaan
wat er precies is misgegaan, zodat lering kan worden getrokken.
In dit boek wil ik de belangrijkste leringen van de islam duiden
om te laten zien dat islam juist vrede als kernboodschap
heeft, en dat juist ‘gelovigen’ (niet te verwarren met de benaming
moslims, die slechts aangeeft tot welk geloof iemand vanwege
geboorte of bewuste keuze uit vrije wil behoort), worden
herkend aan hun boodschap en uitstraling van vrede. En deze
vrede is niet iets wat alleen een ideaal of ideologie of dogma is
voor de gelovige, maar is ook een levenshouding die hun handelingen
en gedrag volledig kenmerkt. Dat groepen extremisten
een ander geluid laten horen, en een gedrag vertonen die ook
indruisen tegen de meest elementaire beginselen van het mensdom,
doet aan het vorengenoemde feit niks af. Deze extremisten
kunnen dus reeds op grond van de ons bekende morele en humane
normen en waarden, hoe ze ook drastisch kunnen verschillen
van plaats en tijd, ons tot het inzicht brengen dat hun claims dat
ze op basis van de islamitische leerstellingen handelen als ongegrond
worden beschouwd, afgewezen en verworpen. Allereerst
moet in beschouwing worden genomen dat de handelingen van
de extremisten in de eerste plaats de eigen bevolkingen wreed
treffen. Wrang genoeg zijn het in de eerste plaats zo op het oog
gelovigen die de ultieme prijs betalen, want ze worden zelfs in
moskeeën op beestachtige wijze omgebracht, terwijl ze op geen tegenover de teksten van de Koran, en met visie en gedrag van
de grote meerderheid der moslims in de wereld, niet als maatgevend
kunnen gelden. Want in andere godsdiensten hebben fanatici
ook misbruik gemaakt van hun godsdiensten en in naam van
God verderf en vernietiging gezaaid in de loop der tijden. Bepaalde
extreme groeperingen van de tegenovergestelde kant roepen
daarom om verbanning van het Heilige Boek van islam en
criminaliseren ook moslims in algemene zin en zien hun Profeet
als de grote boosdoener, en duiden hem aan als een persoon die
allesbehalve een vredesprediker was. Overigens wordt bij criminele
handelingen van burgers nooit geroepen dat de wetten oorzaak
zijn van het afglijden van deze burgers in de maatschappij;
men zoekt juist naar de oorzaken in hun milieus om na te gaan
wat er precies is misgegaan, zodat lering kan worden getrokken.
In dit boek wil ik de belangrijkste leringen van de islam duiden
om te laten zien dat islam juist vrede als kernboodschap
heeft, en dat juist ‘gelovigen’ (niet te verwarren met de benaming
moslims, die slechts aangeeft tot welk geloof iemand vanwege
geboorte of bewuste keuze uit vrije wil behoort), worden
herkend aan hun boodschap en uitstraling van vrede. En deze
vrede is niet iets wat alleen een ideaal of ideologie of dogma is
voor de gelovige, maar is ook een levenshouding die hun handelingen
en gedrag volledig kenmerkt. Dat groepen extremisten
een ander geluid laten horen, en een gedrag vertonen die ook
indruisen tegen de meest elementaire beginselen van het mensdom,
doet aan het vorengenoemde feit niks af. Deze extremisten
kunnen dus reeds op grond van de ons bekende morele en humane
normen en waarden, hoe ze ook drastisch kunnen verschillen
van plaats en tijd, ons tot het inzicht brengen dat hun claims dat
ze op basis van de islamitische leerstellingen handelen als ongegrond
worden beschouwd, afgewezen en verworpen. Allereerst
moet in beschouwing worden genomen dat de handelingen van
de extremisten in de eerste plaats de eigen bevolkingen wreed
treffen. Wrang genoeg zijn het in de eerste plaats zo op het oog
gelovigen die de ultieme prijs betalen, want ze worden zelfs in
moskeeën op beestachtige wijze omgebracht, terwijl ze op geen Deze onschuldigen (vrouwen, kinderen, gehandicapten enzovoort)
worden getroffen omdat ze makkelijke slachtoffers zijn, en geeft
het failliet aan van de ideologieën die de extremisten aanhangen.
Immers, de islam is fel gekant om onschuldigen, en met name de
genoemde categorieën, slachtoffer te laten zijn van welke vorm
van strijd dan ook. Mohammed, de Profeet, heeft te lijden gehad
van de ergste vorm van vervolging door de Mekkanen vanwege
zijn prediking van het nieuwe geloof, tegen het heersende polytheïsme
en wetteloosheid, zozeer dat zijn leven in gevaar kwam
en hij moest vluchten naar Medina. Ons is geen enkel verhaal bekend
dat hij op welke wijze dan ook wraak heeft genomen of de
praktijken van de huidige extremisten heeft gepredikt of toegepast
tegen zijn vervolgers, ook niet toen hij aan de macht kwam
in Arabië na de inname van Mekka. Juist het tegendeel is waar,
hij vergaf zijn grootste tegenstanders en hun leiders.
Ik schets ook hoe naar mijn mening extremistische ideologieën
konden ontstaan en ik geef aan wat gedaan kan worden om de
situatie te de-escaleren en meer harmonie in de wereld te scheppen
en die ook vast te houden, voordat het te laat is. Zowel de
islamitische wereld, met name de leiders, maar meer nog de met
macht behepte wereldleiders spelen hierin een cruciale rol. Onze
wereld is een groot levend mechanisme dat nooit geïsoleerd kan
worden beschouwd, wil men rampen voorkomen. Het is net als
ons lichaam, dat elke prikkel, op welke plek dan ook toegediend,
onmiddellijk transporteert naar een centrale plaats voor verwerking
en opslag en passende reactie. Zo ook zullen de geringste
gebeurtenissen in de wereld leiden naar een, niet voor iedereen
merkbare plek voor verwerking en bewaring, en het grootste gemiddelde
van al die indrukken brengt een gevolg teweeg die wij
allemaal als pijn of geluk, ellende of gevoel van bevrijding, onrecht
of steun enzovoort ervaren. De benoeming van bepaalde
zaken kunnen bij sommige groepen of individuen als onaangenaam
worden ervaren, doch de bedoeling is om slechts met een
kritische geest te kijken naar de wereld om ons heen en te schetsen
in wat voor gekte we zijn terechtgekomen, zonder te beseffen dat we met rasse schreden de ondergang van het leven (van mens
en natuur) dichterbij brengen, omdat wij onze eigen inzichten
en belangen laten prevaleren, en omdat wij altijd het beter weten
en ons gelijk altijd erkend willen zien. Zonder geven en nemen
– belangrijker is om meer te geven dan te nemen – zullen
we geen veilige wereld voor onszelf en ons nageslacht kunnen
scheppen. Tot nog toe blijkt telkens weer dat de sterkste partij
ook het meeste wil hebben. Hoe zullen dan de zwakkeren bezit
kunnen vergaren en hun situatie verbeteren, ter meerdere glorie
van de sterkeren zelf? Vele kritische mensen hebben in hun
leven het wonder van de schepping ervaren dat geven nooit lijdt
tot verlies of afname van bezittingen. In dit boek zal dus kritisch
worden gekeken naar zowel moslims als de rest van de wereld,
met de bedoeling dat wij met meer geopende ogen naar onze
omgeving kijken, in ons aller belang.
In de islam staat voor de gelovige de medemens centraal, en
de trede waarop hij op de geestelijke ladder staat wordt afgemeten
aan de mate waarin hij de medemens als zichzelf ziet, immers
de menselijke ras is één, elk mens is in de ogen van God gelijk,
en de nabijheid van God is ondenkbaar als er onderscheid wordt
gemaakt tussen zichzelf en de ander. Zelfs van een slaaf wordt
gezegd dat de meester hem moet kleden zoals hij zichzelf kleedt
en hem het eten moet geven wat hij zelf eet en hem laat slapen
zoals hij zelf slaapt. Hoe zou een gelovige dan een medemens
pijn kunnen doen, die pijn zelf niet voelen en verwachten dat
God ongeduldig op de stoep staat van het paradijs om de pijniger
van een ander met groot ceremonieel binnen te halen? Islam is
een praktische godsdienst, eenieder kan elk moment zelf afmeten
waar hij staat door te kijken hoe hij met een medemens omgaat.
Niemand hoeft te zoeken naar ingewikkeld normgedrag op onvindbare
plaatsen, men kijkt slechts naar zichzelf om te zien of
men begaan is met het leed van een ander. Als men zelf dat leed
veroorzaakt en dat niet eens ziet of voelt, dan is men niet eens op
de eerste ladder van de geestelijke groei via de weg van de islam;
men is nog op de begane grond. Als men toch beweert dat men
rijp is tot toetreding tot het paradijs door leed van anderen, dan heeft men bewust of onbewust onder regie van de duivel een eigen
ideologie of geloof geschapen, en maakt men misbruik van
de naam van de islam voor eigen persoonlijk gewin, en wordt
het bewijs geleverd dat men volkomen het spoor bijster is en de
rede van zich af heeft geworpen. Vraag een kind of een terrorist
die anderen met bommen doodt een liefhebber is van God, dan
zal zelfs hij zeggen dat dat uitgesloten is.
Het is van het allergrootste belang om kennis te nemen van de
ware leringen van de islam, in dit boek op hoofdlijnen gegeven
over een aantal hoofdthema’s, naar de beste inzichten van de
schrijver en in overeenstemming met de spirituele dimensie van
de islam. Het is essentieel dat met name beleidsbepalers in de wereld,
noem ze regeerders, altijd goed geïnformeerd evenwichtige
besluiten nemen, want het staat buiten kijf dat ook niet-moslims
tot de conclusie zijn gekomen dat met name vanwege de kruistochten
een zeer negatieve beeld is geschetst in het westen door
niet-moslim schrijvers. Ik wil de lezer hiervan een indruk geven.
Twee typische werken, die volgens moslims hebben bijgedragen
aan het negatieve beeld van de islam in het westen zijn
‘The life of Muhammad’ door Sir William Muir en ‘The Koran’
met een ‘Preliminary Discourse’ door George Sale. In zijn
boek ‘De ‘Heilige Koran’ weerlegt Maulana Muhammad Ali de
ongefundeerde kritieken en aanvallen op de islam in deze beide
werken. In de herziene versie van George Sales ‘The Koran’
schrijft E. Denison Ross in de inleiding op pagina vi-vii: Terwijl
de “Preliminary Discourse” gezien kan worden als een meesterlijke, en
tegelijkertijd betrouwbare, presentatie van de eigenaardige doctrines, riten,
ceremoniën, gewoontes en instituties van de islam, erkennen wij het
feit dat recent onderzoek veel zaken over de historie van de oude Arabieren
aan het licht heeft gebracht die veel uitspraken in de beginparagrafen
aanzienlijk modificeren.
Hieruit blijkt dat George Sale pertinente dingen heeft geschreven
over de islam, zonder eerst adequaat onderzoek te hebben
verricht en daarom tot een verkeerde beeldvorming kwam;
de conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat hij sprak op grond van vooringenomenheid en gissing. Verder zegt Denison Ross:
‘Op deze wijze is de Koran ondanks alle wisselvalligheden van dertien
eeuwen het Heilige Boek gebleven van alle Turken en Perzen en nagenoeg
een kwart van de Indiase bevolking. Ontegenzeggelijk verdient zulk
een boek het door een breed publiek in het westen gelezen te worden,
meer speciaal omdat vandaag de dag door moderne uitvindingen ruimte
en tijd teniet zijn gedaan, en het algehele belang de hele wereld omvat.
Deze laatste suggestie van Denison Ross is ook de mijne, want
zonder kennis van elkaars denken en beweegredenen kunnen al
gauw ongelukken ontstaan, omdat men wantrouwig blijft jegens
elkander. In onze ingewikkelde wereld met veel vernietigende
wapens kunnen we wantrouwen niet gebruiken. In ‘The Cambridge
History of Islam’ schrijven P.M. Holt, Ann K.S. Lambton
en Bernard Lewis op pagina 20: ‘Een ander probleem is dat sommige
westerse lezers niet helemaal genezen zijn van de vooroordelen die
ze geërfd hebben van hun middeleeuwse voorvaderen. Door de bitterheid
van de kruistochten en andere oorlogen tegen de Saracenen beschouwden
zij de moslims, en in het bijzonder Mohammed, als de belichaming van
alle kwaad, en de voortgaande propaganda van die periode is niet geheel
weggeëbd van het westers denken over de islam. Nog steeds is men bijvoorbeeld
positiever gestemd over boeddhisme dan over de islam.’ Ook
deze onderzoekers komen dus tot de conclusie dat er een negatieve
beeldvorming is over de islam in het westen, die gebaseerd
is op vooroordelen. En dat beeld mag volgens mij niet blijven
voortbestaan, want dan doet men zichzelf en de wereld tekort.
In een zekere periode had ik er gewoonte van gemaakt om negatieve
uitspraken over de islam in de media gedaan, bij te houden
voor eigen kritisch onderzoek. Dat heb ik betrekkelijk snel laten
schieten, vanwege het bizarre karakter van die uitspraken, want
er was geen onderzoek nodig om direct te concluderen dat die
gewoonweg ongefundeerde aantijgingen waren. Daarom rust er
op verslaggevers een zware verantwoordelijkheid om geen dingen
te roepen die ze niet eerst zelf hebben geverifieerd. Ik geef hier
een korte indruk van die uitspraken. In een televisieprogramma
waarin vrouwenbesnijdenis aan de kaak werd gesteld, zei een
verslaggeefster onomwonden dat de islam vrouwenbesnijdenis voorschrijft. Dit is pertinent onwaar; ik heb de Koran ontelbare
keren gelezen en ben dit voorschrift nooit tegengekomen. Wel
wordt mannenbesnijdenis aanbevolen, net als bij de joden, vanwege
hygiënische motieven, maar ook dit is geen voorschrift van
de Koran, doch een cultureel geaccepteerde gewoonte. Vrouwenbesnijdenis
komt onder andere voor in sommige Afrikaanse
landen en vloeit voort uit hun tradities; bij de islamisering van
deze landen hebben ze onopgemerkt deze gewoonten geïmporteerd
in hun beleving van de islam, terwijl verminking en aantasting
van de integriteit van het lichaam geheel verboden zijn in
de islam. Mannenbesnijdenis (het verwijderen van de voorhuid)
is een vrij simpele en ongevaarlijke ingreep. Bij vrouwenbesnijdenis,
met name bij jonge meisjes, wordt de vagina grotendeels
dichtgenaaid om te voorkomen dat ze ongewenste gemeenschap
hebben; dit veroorzaakt juist enorm veel onhygiënische toestanden
omdat zelfs de urine niet meer vrijelijk kan wegvloeien, nog
afgezien van andere ondraaglijke ongemakken en leed als ze getrouwd
zijn, gemeenschap hebben en kinderen moeten baren. Dit
kan toch niet worden toegeschreven aan een van God gekomen
godsdienst? Het is puur gebaseerd op wantrouwen, jaloezie en totale
focus op seksualiteit, terwijl de focus in de Koran ligt op zuivering
van de primitieve delen van de geest (instinct, begeerten
enzovoort). Een andere keer was ik met stomheid geslagen toen
een westerse verslaggever in een tv-programma over toerisme
vanuit een Arabisch land berichtte dat alcohol wel is toegestaan
als men de eerste druppels uitspuugt. Het gebod uit de Koran
zegt dat alcoholische dranken die bewustzijnsverlagend werken
niet zijn toegestaan; het motief is dat als men niet meer voldoende
bewust is, men ook niet precies weet wat men aan het doen is.
We zien inderdaad in onze omgeving dat dronkenschap leidt tot
allerlei ongewenste gedragingen, die vaak behoorlijk uit de hand
lopen. Eén glas bier of wijn zal het bewustzijn niet uitschakelen,
maar tien glazen wel. Daarom mag men in Nederland slechts
0,5 promillage alcohol in het bloed hebben om nog auto te mogen
en te kunnen rijden. Waarom doen verslaggevers bij andere
onderwerpen wel onderzoeken en als het om e islam gaat niet?

Misschien vind je dit ook leuk :

HET ENGELENBOEK

Remi Meijer

Met het vuur aan de schenen

review:
*verplichte velden