De straat is niet kouder

De straat is niet kouder

K. H. Heart


EUR 16,90

Formaat: 13,5 x 21,5 cm
Pagina aantal: 122
ISBN: 978-3-99146-005-3
Publicatie datum: 28.03.2024
Hana's vakantie in Marokko verandert in een ware hel als haar moeder haar plotseling achterlaat. Ze wordt uitgebuit op diverse gruwelijke wijze. Met haar twaalf jaar is Hana weliswaar slim en sterk, maar krijgt ze haar oude leventje ooit nog terug?
Hoofdstuk 1
Golven en gevlogen liefde

Ashakar – 24 juli 1999

‘Ik wil hier altijd blijven, mama!’
Rennend ging ik op de zee af. De zon had ongeveer een half uurtje geleden afscheid genomen van onze kant van de wereld en ik mocht nog eventjes in het water spelen. Het strand was haast leeg en de oceaan nog leger. Althans, leeg zonder mensen. De oceaan is een andere wereld vol met nieuwe geluiden en kleuren. Ik vind het heerlijk om in het wilde water te duiken. Dan zwom ik zo laag mogelijk boven de oceaanbodem. In het water hoorde je het ruisen van de zee op een andere manier. Het was heerlijk rustgevend. Als ik dan omhoogkwam voor adem, waren de kleuren om me heen strakker, volkomen helder.
Rond deze tijd waren de golven ook woester en hoger. Ik vind het lekker om tegen de golf in te gaan op het moment van breken, je voelde de kracht van het water over en door je hele lichaam heen en de golf sleurde je mee daarnaar waar het water ook maar heen ging. Een momentje heb je geen controle over je eigen lichaam en als je op dat moment alles kon loslaten, dan werd je een golf. Je werd water. Ik herenigde mezelf nog een tijdje met de golven en wandelde daarna lekker naar ons strandhuisje.

Mijn moeder en mijn broertjes hadden samen met het gezin van de broer van mijn moeder een huisje gehuurd aan het strand van Ashakar. Mijn oom was getrouwd en had twee kinderen, Farida en Mounir. In de verte zag je de rook van de barbecue. Hoe dichterbij ik kwam, hoe harder mijn buik knorde, want het rook overheerlijk.
‘Oh, ben je daar?’
De vrouw van mijn oom was lekker aan het koken en keek me vriendelijk aan. ‘Farida zit hierboven, als je haar zoekt. En het eten is ook zo klaar’. Ze begon een Marokkaanse hit mee te neuriën die op de draagbare radio speelde. ‘Bedankt tante’, zei ik en liep naar het dakterras. ‘Ik roep jullie zo naar beneden’, riep ze me nog achterna. Onderweg naar boven pikte ikken paar broodjes mee die op tafel lagen.

Farida lag boven ook op de tafel. ‘Hey, wat ben je aan het doen?’
Mijn nichtje draaide haar hoofd naar me om en zei: ‘Kom eens naast me liggen?’
Ze schoof een ­beetje op en ik ging naast haar liggen. ‘Ok, en nu?’
Ze zei: ‘Kijk omhoog’. Ik keek omhoog en zag de sterren zoals ik ze nog nooit eerder had gezien. Ik ben namelijk geboren en getogen in Amsterdam, een drukke stad waar van alles zien is, behalve een ster in de lucht. Ik dacht dat ik de Melkweg zag, zoveel sterren had ik nog nooit bij elkaar gezien! Het was een regen van zilver licht. De hemel was donkerblauw met een prachtige paarse gloed. Alleen in films had ik het zo mooi gezien en ik was er altijd zeker van dat ze dat met een computer bewerkten. Maar nu ik het zelf zo in het echt zag kon het best zo zijn dat die acteurs gewoon elke keer geluk hadden om op zo’n mooie set te zijn.
‘Wat mooi’, zei ik tegen Farida. ‘Dit zou ik wel elke nacht willen zien’. ‘Ja’, zuchtte Farida. ‘Jammer dat ik het vanuit ons huis niet zo kan zien. Maar goed, daar heb ik ook wel goed uitzicht’. We lachen allebei en genoten verder van onze avond.

Farida was verliefd op haar buurjongen van de overkant. Maar ze heeft nooit een woord tegen hem gezegd. Ze durfde hem niet eens aan te kijken; alleen stiekem, als hij bij het raam een boek zt te lezen. Of als hij aan het skaten was voor de deur.
De buurjongen was ook verliefd op haar. Hij keek altijd stiekem naar haar als zij de was ophing of aan het dweilen was. Als hun blikken elkaar kruisten, dan zag je de lichtjes in hun ogen schijnen. ‘Waarom praat je niet gewoon met Nassir? Je weet dat hij ook gek op jou is. Dat kun je wel zien’. Farida ging rechtop zitten en keek me ernstig aan. ‘Omdat, mijn lieve Hollandia, als mijn ouders erachter komen, voor mij geen dag soepel zal verlopen. Ten eerste zou ik toch niet met hem mogen trouwen omdat hij volgens mijn ouders niet goed genoeg is voor me. En ten tweede zouden zelfs mijn balkon privileges kunnen worden afgenomen omdat er kans zou zijn dat we alsnog contact met elkaar zouden hebben. Hoe kan ik dat Nassir aandoen? Ik bedoel, hij woont daar! Hun huis is daar! Ik kan niet verwachten dat wij of zij gaan verhuizen. Dus ik hou het simpel en laat deze gewoon gaan, mijn liefde aan de overkant. Zo dichtbij en toch zo ver.’ Ik keek Farida aan en zag haar ogen zacht glanzen in het maanlicht. ‘Kom op drama queen, we zijn twaalf jaar. Het komt vast wel goed tussen jou en je loverboy. Hij wordt rijk en stormt je huis binnen, strooit een zak vol met geld over de vloer uit en neemt je mee in zijn auto met open dak’. Farida moest lachen. ‘Hana, je bent gestoord. En je noemt mij een drama queen?’
‘Farida! Hana! Het eten is klaar!’
Ik pakte mijn nichtje bij haar hand. ‘Het komt allemaal wel goed, ik heb het gevoel dat alles goed gaat komen.



Hoofdstuk 2
Verrassingstocht

Tanger – 15 augustus 1999

‘Hoezo, jullie gaan zonder mij?’ Boos plofte ik op de bank neer.
‘Ik wil ook graag naar de bruiloft van Latifa in Rabat. Ik ben zelf ook nooit in Rabat geweest!’
M’n moeder keek me aan vanuit de spiegel en zei: ‘Nou, lieve schat, ook al zou ik je mee willen nemen, het kan gewoon niet. Kinderen zijn niet uitgenodigd voor deze bruiloft. Het wordt op een plek gehouden die niet kindvriendelijk is en zo voorkomen ze veel problemen. Tenslotte is het Latifa’s dag en ze wil graag dat alles om haar alleen draait.’
Ze stond op en pakte haar koffers die ze mee zou nemen naar Rabat. ‘Trouwens, het is maar voor een weekje en ik beloof je dat het hier ook gezellig zal worden’. Ik liep naar haar toe en zei: ‘Hoe weet je dat? Je bent er niet eens.’
Mijn moeder keek me geheimzinnig aan en zei: ‘Ik heb een heel speciaal iemand uitgenodigd die jou deze week komt bezoeken’. Ik sprong op en riep: ‘Oh, wie is het? Is het een van mijn vrienden uit Nederland die ook toevallig in Tanger zijn? Is het mijn zus die toch nog naar Marokko is gevlogen?’
Mijn moeder keek me aan en zei: ‘Nee, deze persoon heb je heel lang geleden ontmoet en je raadt het nooit, dus vertel ik het maar. Maar pas vanavond, want ik moet er nu echt vandoor. Ik moet mijn koffers alvast naar het station brengen en tickets kopen, anders heb ik daar straks geen tijd meer voor.’ Aaaaah!’, riep ik maar toen gaf ik haar een knuffel. Mijn moeder weet dat ik gek ben op verrassingen en in mijn hart werd ik heel enthousiast.

Ik rende naar het balkon waar Farida zat te lezen. ‘Farida, Farida, weet jij wie vanavond langskomt?’ Farida keek mij aan en zei: ‘Komt er iemand vanavond langs? Wie dan?’
Ik lachte en zei: ‘Ja, zover was ik ook al gekomen, maar ma gaat toch met Karima naar Rabat? En wij konden toch niet meer mee? Nou, vanavond komt er iemand langs om ons bezig te houden, zogenaamd als goedmakertje. Ik zag Farida denken en tot mijn verbazing zei ze: ‘Pfff, het zal wel. Het is vast niet iets waar ik blij van word.’
‘Hoe bedoel je?’, vroeg ik haar. ‘Niks, laat maar’, zei ze terwijl ze opstond. ‘Ik spreek je later, ok? Ik moet even de afwas doen, zodat mijn ma het eten kan voorbereiden.’
Ze liep me voorbij en ik vroeg: ‘Moet ik je helpen?’ Nee hoor, laat maar, komt wel goed. Hou jij Nassir maar voor me in de gaten’, zei ze en liep naar de keuken. Met gemengde gevoelens bleef ik achter op het balkon. Waarom zei Farida dat het vast niet iets leuks voor haar is? Een verrassing is meestal toch leuk voor iedereen? En als er iemand gezellig langskomt, dan is het toch ook leuk voor haar? Verder vond ik haar een klein ­beetje kortaf doen. En wie was deze geheimzinnige persoon die het hier gezellig moest gaan maken terwijl mijn moeder weg was?

Huiskamer – 19:16 Theetijd in huize Bouatin. Mijn neef en nichtje, mijn oom en zijn vrouw, haar zus, mijn moeder, mijn broertjes en ik zaten allemaal gezellig aan tafel. Mijn tante had zoete broodjes gebakken en er lagen allerlei soorten koekjes op tafel voor bij de thee. Iedereen praatte gezellig door elkaar heen totdat er op de deur werd geklopt. Was dat de gast waar ik stiekem op wacht?

Mijn neef deed de deur open en mijn buurmeisje kwam naar binnen gewandeld. Mirjam was vijf jaar en heel erg schattig. Ze vond het heerlijk om bij ons te spelen. Ik was ook verzot op haar. Ze was super schattig en leerde een ­beetje Engels van haar vader Nabil. Hij was leraar Engels. ‘Tea time, for me too?’, vroeg ze mij. ‘Ik pakte haar op en gaf haar een knuffel. ‘Yes, tea time for you and here is a cookie for you’. Mijn tante zei: ‘Ha, ik dacht dat het Sherin was’. Ik keek haar aan en vroeg: ‘Wie is Sherin?’
Het antwoord kwam vanuit de hal. ‘Ik ben Sherin’. Mijn moeder en tantes sprongen op en liepen al de deur uit om haar te begroeten. Even hoorde je alleen maar vrouwenstemmen. Eenmaal binnengekomen begroette Sherin ook ons. Toen ze bij mij kwam, keek ze me aan zei ze: ‘Zo, jij bent dus Hana. Zo groot ben je al geworden. Ik kan me nog herinneren dat ik je mee naar buiten nam om te gaan spelen op het strand. Nu ben je al zo groot.’
Ik keek Sherin aan. Ze was niet zoveel ouder dan ik, hoogstens tien jaar; een stevig gebouwde vrouw met mooi blond haar en groene ogen, een spitse neus en een heel vriendelijk gezicht. ‘Ik ken je niet meer’, zei ik verlegen. Ze keek me vriendelijk aan en zei: ‘Je kent me niet meer, maar hopelijk zal je me na deze week ook niet meer vergeten’. We gingen allemaal weer zitten en maakte een plaatsje vrij voor Sherin. ‘En, vertel ons’, zei mijn oom. ‘Hoe is het daar in de bergen?’

Sherin nam een slokje van haar thee en begon te vertellen. ‘In ons dorpje is er veel vooruitgang geboekt. Bijna alle huizen hebben nu een toilet in het huis en de nieuwe koning heeft ervoor gezorgd dat er een elektriciteitskabel in ons dorp kwam, dus nu hebben we ook elektriciteit. Mijn kinderen zijn groot geworden, ik heb er nu drie. De oudste van zes staat elke dag met zijn papa op de markt en verkoopt vis. En de tweeling van twee jaar zit lekker bij mij thuis de hele dag. Verder hadden wij een goede hasj oogst en de olijfbomen zijn ook bijzonder gunstig geweest dit jaar. Het gaat goed met onze tante. Ze is nog steeds verdrietig over het verlies van haar man maar ze is sterk en gezond en houdt het nog heel veel jaren vol.’
Ze nam nog een slokje van haar thee en ik vroeg haar: ‘Woon je in de bergen?’ ‘Ja’, zei ze. ‘Het is heerlijk om in de bergen te wonen. Er is heel veel ruimte, er zijn wilde apen en iedereen heeft het heel gezellig met elkaar in ons dorpje. Het is bijna allemaal familie. Dus je hebt nog een heleboel mensen in je familie, maar die ken je gewoon nog niet.’
‘Het lijkt me leuk om een keertje te hebben gezien’, zei ik. Sherin keek m’n moeder aan en zei tegen mij: ‘Hana, ik ga overmorgen weer terug naar de bergen en je mag eventueel met me mee. Dan blijf je daar drie of vier dagen en kan je iedereen ontmoeten en heb je de bergen ook een keertje gezien. Je moeder gaat naar Rabat deze week, waarom ga jij niet met mij mee?’
Ik keek mijn moeder aan en vroeg: ‘Is dit de verrassing die je in petto had?’ Mijn moeder glimlachte en zei: ‘Ja, als je het leuk lijkt, kan je er wel heen gaan’. Ik sprong op en joelde: ‘Ik ga op vakantie in mijn vakantie!’ Iedereen lachte om mijn enthousiasme, behalve Farida. Ik stopte met mijn vreugdedansje en vroeg aan mijn tante: ‘Mag Farida ook met mij mee? Zij is ook nog nooit naar de bergen geweest en ik zou het wel leuk vinden als zij met mij meeging’. Mijn tante deed haar mond open om wat te zeggen maar mijn oom was haar al voor: ‘Nee, Hana. Zij mag niet mee. Zij moet haar moeder in huis helpen.
Ik keek mijn moeder aan en zei in het Nederlands: ‘Wat is dat voor onzin? Ze kan toch gewoon met mij meegaan?’ Mijn moeder zei in het Nederlands tegen mij: ‘Niet zo brutaal doen. En praat Marokkaans!’
‘Fijn’, zei ik en vervolgde in het Marokkaans. ‘Farida kan toch gewoon met mij mee? Het zal hier vast saai zijn zonder Karima, jou en mij. Wat moet ze hier dan doen?’
Farida zei:’ Ah joh, ik vermaak me hier wel. Je broertjes blijven bij mij thuis, weet je nog? En ik vind het ook fijn om mijn moeder te helpen’. Ik keek haar aan en zei: ‘Ok, wat jij wilt. Maar ik zou het wel leuker vinden als je meeging.’
Sherin mengde zich er ook in. ‘Het is ook hartstikke leuk om naar de bergen te gaan Je oudtante kent je niet eens en die wil jou ook graag ontmoeten’. Ik zuchtte en zei: ‘Maar waarom kan Farida dan niet met me mee? Ik ben bang dat ik me ga vervelen’. Sherin lachte en zei: ‘Vervelen? Je hebt daar wilde apen en hele leuke beekjes en heel veel ruimte. Nee, je gaat het heerlijk vinden! Ik beloof het!’
Ik keek mijn broertjes aan en vroeg ze of ze me zouden missen die paar dagen. Mijn oudste broertje zei: ‘Mag ik ook met je mee?’ ‘Nee’, reageerde ik. Want dan moet ik daar de hele dag op je passen en daar heb ik geen zin in. Ik ga je wel missen maar ik ga maar voor drie dagen. En ik ga pas overmorgen, dus we gaan eerst nog leuke dingen doen samen, ok?’
Mijn broertje was het daar wel mee eens. Mijn jongste broertje is autistisch, dus die zei niet zoveel. Nu had ik nog iets om naar uit te kijken, want ik ging lekker de bergen in! Deze vakantie kon niet meer stuk.



Hoofdstuk 3
In de bergen

Beni Ahmed – 18 augustus 1999

Ik kon niet echt veel zien van de elektriciteitskabels in de bergen want we reden al twee uurtjes in het donker, heel langzaam en met heel veel bochten. Ik had al twee keer gebraakt en het was niet echt fijn om over te geven in een bus. Weliswaar in een zakje, maar toch. ‘Sherin, hoelang zitten we nog in de bus? Want we zitten er al vijf uur in en ik ben er een ­beetje klaar mee.’ Sherin keek me aan en zei: ‘Nou, meisje, we moeten nog drie uur met de bus dus je moet nog even volhouden’. Geërgerd keek ik terug en zei: ‘Nou, dat hou ik en die mensen om me heen echt niet vol, met mijn overgeven de hele tijd.’
‘Gelukkig stoppen we over twee minuten voor een plaspauze’, reageerde Sherin. ‘Dan kunnen we in ieder geval even onze benen strekken. Wat vind je daarvan, Hana?’
Ik gromde en zei: ‘Alles is beter dan nog drie uur in die bus te moeten zitten’. Maar ik was nog niet eens uitgesproken of de bus stopte al. We stapten uit en ik zag allemaal huisjes rondom een groot plein. Bij elk huisje brandde een lampje voor de deur. Bij sommige huisjes zatenmannen een pijp te roken, bij andere huisjes zag je vrouwen theedrinken en met elkaar kwebbelen. Op het plein zelf vormde een aantal kinderen zich tot een groep om te kijken wie er uit de bus stapte. ‘Verrassing! We zijn er al’, zei Sherin. Ik begon te lachen en danste om haar heen. ‘Wat een mooi gezellig plekje. Waar is jouw huisje? Moeten we ver lopen? Is dat roze huisje van jou?’ Ik vuurde al mijn vragen op haar af. ‘Rustig, rustig’, zei ze. ‘Laten we eerst onze tassen pakken uit de bus en dan lopen we zo naar huis. Het is vijf minuten die kant op’. Ze wees naar het noorden. ‘Okidoki’, zei ik. We gaven elkaar een arm en liepen naar de bus om onze spullen te pakken.

‘Mamaaa, mamaaa!’ Gillend kwamen de kinderen uit het huis om op Sherin af te rennen. Ze kreeg allemaal knuffels terwijl haar oudste zoon haar tas probeerde af te pakken om te kijken of er cadeautjes in zaten. De man van Sherin kwam ook het huis uit en zei: ‘Anouar, laat mama’s tas met rust. En meiden, geef mama even de kans om uit te rusten en binnen te komen. Ze heeft een lange reis achter de rug. En dat moet Hana zijn. Kijk eens meiden? Er is iemand mee gekomen met mama. Dat is leuk he? Nou, gauw naar binnen met zijn allen dan, moeder wil je ook zien’. ‘Hallo, meneer’, zei ik en liep achter Sherin naar binnen. ‘Noem mij gewoon Ismaël’, zei hij.

Het huisje was heel gezellig en knus. Rond de muren stonden authentieke Marokkaanse banken, zodat je overal kon zitten. Mijn oudtante was al opgestaan en liep onze kant op. Ze gaf me een kus en een knuffel. Ik lachte naar haar en ze zei: ‘Oh, je hebt hondentanden. Hetzelfde gebit als Rocky, onze herder’. Stomverbaasd keek ik haar aan en zei: ‘Huh?’ Verder kwam er niet echt wat uit. ‘Ja’, ging ze verder. ‘Je hebt twee voortanden aan de bovenkant en dan snijtanden. Normaal heb je twee grote tanden, twee kleine en dan twee snijtanden.’
‘Oh’, zei ik. ‘Wil je thee?’, vroeg ze. ‘Nee, eerlijk gezegd ben ik best wel moe van de reis en vroeg ik me af of ik meteen kon gaan slapen’. ‘Ja hoor’, zei Sherin. ‘Kom maar mee naar achteren Je slaapt wel bij de kinderen en mijn oudtante in dezelfde kamer, maar ik maak hier even een bedje voor je op. Hier verderop is het toilet, dan kun je jezelf even opfrissen als je wil. Ik breng wel een emmer water voor je’. ‘Bedankt, Sherin. Ik ga alvast naar de badkamer’, zei ik en liep de kant op waar ze naartoe had gewezen. ‘Het is niet wat je gewend bent, denk ik zo’, hoorde ik Sherin lacherig zeggen.
Aangekomen in het kamertje dat de badkamer moest voorstellen, ging ik even zitten. Ik voelde me een klein ­beetje beledigd door het feit dat die vrouw mij vergeleek met een hond. Maar wat me nog het meest verbaasde, was het feit dat ze dat zo snel had gezien. Ik keek al jaren naar mijn tanden en ging elk jaar twee keer naar de tandarts, maar ik had nooit gehoord dat ik niet genoeg tanden in mijn mond had.

Misschien vind je dit ook leuk :

De straat is niet kouder

Thijs Booij jr.

Verlangen naar waarheid

review:
*verplichte velden