Gezin onder water

Gezin onder water

Cees van Eijck, Ellen Bakker


EUR 14,90

Formaat: 13,5 X 21,5
Pagina aantal: 146
ISBN: 978-3-99048-216-2
Publicatie datum: 18.05.2016
Een keurig gezin in financiële problemen denkt een snelle oplossing gevonden te hebben door een nacht in de ouderlijke slaapkamer te laten filmen voor een grote som geld. Dat ze hiermee nog verder in de problemen komen, hadden ze niet voorzien
’Waar blijft die man van mij nou? ’ verzucht Dehlia Blijman en ze ontdoet zich van haar prinsessenschort. Het avondeten is klaar en zoals gewoonlijk kookt zij lekker en ruikt het heerlijk in haar keuken. Ze weet dat haar man Theo zelden of nooit te laat is voor het avondeten. Even later ziet ze hem dan ook de oprijlaan opdraaien. In de kamer omhelzen Dehlia en Theo elkaar innig. Dehlia vindt dat Theo de laatste tijd zo zorgelijk kijkt. Zij zegt:
’Theo, al weken loop je rond met een gezicht als een oor- wurm. Is nu toch gebeurd waar je bang voor bent? Baan kwijt? Te weinig keukens verkocht? ’
’Ach schat, over mijn baan maak ik me totaal geen zorgen meer.’
’Hallo, jouw antwoord doet geen recht aan mijn gedachten. Voor de draad ermee. Er is al maanden iets gaande waar je mij en de kinderen van buitensluit. Ik merk het aan je lichaamssig- nalen; ze liegen er niet om.’ Theo beseft dat Dehlia het weer eens bij het rechte eind heeft. Hun f inanciële zorgen killen hem zo zachtjes aan.
’Je fluit wel vrolijk’, zegt Dehlia, ’maar je kijkt er zo zorgelijk bij. Waar moet ik nou de meeste aandacht aan schenken?’ Ze kijkt Theo recht in de ogen.
’Liefste, mag het alsjeblieft wat positiever, geef me nog maar eens een knuffel.’
’Mooi, maar zeg mij nu wat er aan de hand is. Je komt super vrolijk f luitend binnen maar kijkt erbij alsof onze zorgen ineens drie keer zo groot zijn geworden.’

Dehlia en Theo zijn achttien jaar getrouwd, midden veer- tig, hebben samen drie kinderen en zouden zo model kunnen staan voor het gelukkigste gezin van de regio. Ware het niet dat een paar veel te grote uitgaven af breuk waren gaan doen aan hun vertrouwde geluk. Theo had kortgeleden een heel mooie, maar veel te dure BMW gekocht. ’Ja’, had hij gezegd, ’ik ben het zat altijd te moeten horen dat wij in de kleinste auto van de familie rijden, terwijl we het hoogste inkomen hebben.’ Voor- al broer Paul heeft er een handje van de inkomsten van Theo te overdrijven. Theo is van beroep salesmanager bij een bedrijf dat handelt in vloerbedekkingen. Een dure BMW geeft natuur- lijk meer standing aan zijn verkoopbezoeken en extra omzet kan hij goed gebruiken. Dehlia was het in haar hart wel eens met Theo en alweer een half jaar lang geniet ze van de schitteren- de BMW op hun oprit. De verbouwing van de keuken was dan wel een goede beurt in de ogen van hun beider bazen, maar de kosten van allerlei luxe extra’s waren niet kinderachtig geweest. En dat tegelijk met de aanschaf van zonnepanelen, voor elk kind de nieuwste computer, dure sportclubs en steeds meer studie- benodigdheden. Vorig jaar zomer was er ook een grote caravan aangeschaft. Eentje met veel comfort en wat de ruimte betreft, goed om met drie kinderen op vakantie te gaan. Omdat een on- geluk zelden alleen komt, had het dak van het grote huis nood- zakelijke reparaties gevergd en in drie jaar tijd was hun schuld opgelopen tot meer dan vijftig mille. De bank wilde nu ineens af lossingen zien in plaats van nog meer opnames. Stom waren ze geweest. Het gelukkige echtpaar, met Theo voorop, is zich nauwelijks bewust van de drijfveren voor de te dure uitgaven. Waar zij zich wel pijnlijk bewust van zijn, is hun verslechterde f inanciële positie. En dat om toch maar vooral met de buurt, en niet te vergeten met de familie, mee te kunnen doen met de al- gemene behoefte aan meer standing. De gedane aankopen wa- ren gewoon te hoog gegrepen voor het toch wel mooie salaris van Theo. Dehlia had ingestemd met invalbeurten in haar oude functie van verkoopleidster bij een bedrijf dat plezierjachten en zeilboten verhuurt. Hun ijverige, maar vooral wisselende werkzaamheden hadden niet kunnen verhinderen dat de schulden- last alleen maar was gestegen. De nul op de lopende rekening was akelig snel veranderd in een schuld van € 48.042,35. Ro- der kon de rekening niet komen te staan. Nu hadden ze geluk- kig wel krediet bij de bankleiding maar de huidige kredietcrisis veroorzaakte scherpere regelgeving en snellere aanmaningen. Opval lend, de gevonden manier waarop Theo van de schul- den af denkt te komen, baart hem grotere kopzorgen dan het zo hoog opgelopen bedrag. Dehlia begrijpt niets van de wisselende stemmingen van haar echtgenoot en ze vindt het maar niks dat er geen enkel gesprek mogelijk lijkt te zijn om hun bestedings- patroon aan te passen. Hij moet nu eindelijk aan haar vertellen waar die geheimzinnige houding van de laatste weken vandaan komt. ’Maar goed’, denkt ze, ’eerst eten; onder het eten wordt veel leed vergeten!’
’Ik hoor de kinderen van school komen en die hebben vast honger’, zegt Theo. ’Wat ik jou straks wil zeggen is absoluut niet voor hun oren bestemd.’
De kinderen blijven ’s middags op school over en hebben bij thuiskomst honger als jonge wolven. De oudste studeert voor sportleraar, de dochter zit in vier V WO en de jongste zoon in de eerste van het VMBO. Alle drie zijn ze levenslustig, hebben plezier in school en verlangen continu naar het lekkere eten van hun moeder.
’Wat eten we vandaag mam? ’, snuift Beert.
Dehlia weet dat zij maar beter antwoord kan geven daar het anders nooit lang duurt of Bertrand en Jannie sluiten zich bij de vraag van Beert aan. ’Wij eten witte bonensoep, spek, witlof met ham en kaas, gekookte aardappelen en griesmeelpudding met bes- sensap als toetje.’ Verdere aanbevelingen zijn niet nodig. Jannie dekt vliegensvlug de tafel en Beert en Bertram schuiven alvast aan. Even later wordt er in huize Blijman smakelijk gegeten. De maaltijd is zoals altijd uit de kunst. Het avondeten wordt geno- ten in een sfeer van vrolijke gespannenheid. Er wordt gebabbeld over schoolprestaties, vooral toets ellende en gedane herkansin- gen. En natuurlijk over vrije tijd met vrienden en vriendinnen,
lief en leed. Alles lijkt zo heel gewoon, maar toch, Theo is veel stiller dan normaal.
’Pa’, vraagt Beert, ’waarom vraag je niet hoe onze schooldag was? Dat doe je anders altijd.’ Theo schijnt een beetje weg te dro- men. Dit valt Dehlia wel op maar ze zegt er niets van. Alles wat Theo te zeggen heeft, is absoluut niet bestemd voor de kinde- ren, zo luidt zijn boodschap. Zij kan beter de vraag stellen: ’En smaakt het?’ Ze weet dat ze naar de bekende weg vraagt. Ze ver- drijft hiermee echter wel de ongewone stilte en pa komt zowaar met zijn gebruikelijke belangstelling voor de afgelopen schooldag.
’En Bertram’, vraagt hij, zijn stem klinkt wat gemaakt vrolijk,
’hoever zijn jullie nu met de theorie over het menselijk lichaam?’
’Nou, ik kan niet zeggen dat het er gemakkelijker op wordt. Van- daag heeft de docent een begin gemaakt over hoe spieren verzuren bij voortdurende belasting. Hij noemde in het voorbijgaan even de werking van de citroenzuurcyclus. Die heb ik wel op het gymna- sium gehad maar die kennis had ik tijdens de les niet meer paraat.’
’Is ook best moeilijk’, zegt zijn vader. ’Pak je oude schoolboek biologie, na het eten kunt je het dan zo nakijken.’ Bertram weet dat wel, maar deze avond komt hem dat slecht uit. Hij heeft die avond een date met zijn eerste vriendin Nora. Zou hij dat nu maar meteen vertellen? Hij, Bertram, heeft een vriendin op het oog. Maar ja, het is nog priller dan pril. Hij besluit het pas na het eten aan de familie te vertellen.
Nadat Theo ook voor Jannie en Beert de nodige belangstel- ling aan de dag gelegd heeft, komt het toetje op tafel. Zoals te verwachten, wordt het met de nodige geestdrift naar binnen ge- werkt. Dat was dat voor die dag. Na de maaltijd ruimen de kin- deren de tafel af en pakt Dehlia de vaatwasser in. Net als Bertram het moment gekomen acht om vader en moeder en zijn jongere zus en broer mee te delen dat hij zich die avond op vrijersvoeten wil gaan bewegen, zegt moeder: ’Lieve kinderen, wij willen iets bespreken wat jullie nog niet hoeven te weten. Wil ons daarom het eerste half uur niet storen in de kamer.’
Theo raakt lichtelijk in paniek. Dehlia zegt zomaar dat het over iets gaat wat de kinderen nog niet hoeven te weten. Later dus wel, ze heeft met haar opmerking de kinderen natuurlijk aardsnieuwsgierig gemaakt. Terwijl hij zich al die tijd koorts- achtig het hoofd gebroken heeft over de vraag hoe hij het eerst maar eens aan Dehlia zou uitleggen.
’Lieve kinderen’, zegt hij, ’moeder zegt dit nu wel, maar het een en ander heeft geen enkele haast. Jullie gaan op je kamer huiswerk maken en komen tegen thee- en koff ietijd gewoon weer beneden.’
Bertram wil nog opmerken dat hij nog even naar een vriend wil. Maar hij zwijgt. Zijn vriendinnetje kan hij altijd later nog introduceren. Hij maakt zich opgewonden uit de voeten. Jan- nie is haar nieuwsgier igheid bepaald niet te boven gekomen. Ze vraagt waarom het nu wel of niet zo belangrijk is dat zij het eerste halve uur niet in de kamer mogen komen. Theo valt stil, muisstil. Dehlia, die enigszins geprikkeld is geraakt, omdat zij zelf ook zo lang moet wachten, zegt: ’Vraag dat maar aan je va- der’. Dit brengt Theo in een lastig pakket. Wat hij wil voorstel- len aan Dehlia ziet hij eigenlijk al als een onmogelijke opgave, laat staan daar iets over te zeggen tegen zijn dochter van zestien.
’Als jij later nog eens getrouwd bent, wil jij zo nu en dan ook alleen met je man praten’, zegt hij. ’En voor mij en moeder is dat nu. Doe mij een plezier en ga naar boven je huiswerk ma- ken.’ Jannie doet wat haar vader zegt. Zij en Beert vertrekken naar hun eigen kamers met computer, mobiel en tv. Vastbesloten zeer bijtijds weer beneden te zijn voor de thee. Zij vindt het al- lemaal heel anders dan de manier waarop vader zich gewoonlijk gedraagt. Normaal is hij meer open en mededeelzaam.

Theo en Dehlia zitten in hun gezellig ingerichte woonkamer. Dehlia kijkt gespannen en uiterst nieuwsgierig naar haar man waar zij ook nu nog helemaal gek van is. Ziet ze het goed? Big- gelt er een traan over zijn wang? Dehlia roept min of meer vertwijfeld uit: ’Theo, in godsnaam, zeg me toch wat er aan de hand is!’ Theo ziet geen kans zich in te houden. Hij barst in tranen uit.
’Heb je ergens pijn?’ vraagt ze op lieve toon. Theo schudt zijn hoofd, nee, dat is het niet. Dehlia denkt dat het iets veel ergers moet zijn. Maar wat? Zij vraagt: ’Wil je er nu liever niet over praten?’ Theo herpakt zich voldoende om weer gewoon te kun- nen spreken. Hij begrijpt dat hij Dehlia onnodig ongerust heeft gemaakt. Hij zegt: ’Het heeft te maken met onze veel te slech- te f inanciën’. Dit had Dehlia kunnen weten. Zij zegt: ’Zijn die dan zo slecht dat jij daarom moet huilen? Dat is eigenlijk niets voor jou. De kinderen kunnen tot nu toe gewoon hun opleidin- gen volgen en honger lijden doen wij bepaald toch ook niet.’ Theo denkt even na. De stilte die nu valt, is om te snijden
tot hij zegt: ’Het gaat er mij om dat ik dat nu juist wil voorko- men. Met de honger zal het wel meevallen denk ik nu nog, maar als wij niets doen om het tekort bij de bank drastisch te verla- gen, komt het moment dat de bank ons huis in de verkoop doet.’ Weer is het even stil. Dan zegt Dehlia: ’Dat wij er zo slecht voor staan, schat, dat wist ik helemaal niet. Jij doet de adminis- tratie en als ik weleens vraag hoe wij er f inancieel voor staan, is jouw standaard antwoord altijd: ’Niet om je ongerust over te maken.’ Begrijp ik nu dat ik, nee wij, ons daar grote zorgen om moeten maken en zo te zien hele grote zorgen? Niet dat mij dit echt verbaast. Ik vond het destijds al apart dat wij een dure BMW konden kopen en op vakantie zijn geweest met onze wel erg luxe caravan, om maar iets te noemen.’
Ieder is weer even bezig met de eigen gedachten. Dan zegt Theo: ’Ik heb niet zitten janken om de hoogte van onze schul- den…’ Nog voor hij verder kan spreken valt Dehlia hem, vrij onverwachts, bits in de rede: ’Waarom dan in hemelsnaam wel? Ik vind onderhand dat jij hier een soort van toneelstuk opvoert waarbij het er voor mij op gaat lijken dat jij de clou voor jezelf wilt houden. Zo zijn wij toch niet getrouwd? Ik kom zeer nadruk- kelijk ook in dit stuk voor.’ Theo kijkt zijn vrouw liefdevol aan. Dan zegt hij: ’Goed, ik zal open kaart spelen en er van afzien om van te voren aan jou te vragen om niet kwaad op mij te worden.’

Misschien vind je dit ook leuk :

Gezin onder water

Herman Heremans

Stan in de verkeerde oorlog

review:
*verplichte velden