Sterre verloren in de liefde

Sterre verloren in de liefde

Folkert J. de Boer


EUR 21,90

Formaat: 13,5 x 21,5 cm
Pagina aantal: 240
ISBN: 978-3-99146-414-3
Publicatie datum: 13.12.2023
Thriller - Conflict van extremen en verbondenheid blootgelegd. In Sterre verloren in de liefde worden onschuld, liefde en respect verdrongen door moord, seks, misbruik, mishandeling en vrijheidsberoving.
Nu en de toekomst


Voor jullie ligt het eerste boek uit een serie van vijf. De eerste vier boeken gaan over de individuele personen en hun leven voordat zij te maken krijgen met hun visuele beperking. In de boeken komt iedereen in aanraking met criminele activiteiten. Het laatste boek brengt de individuen samen in de bloedstollende finale. Dan blijken de levens van iedereen samen te vloeien waarbij sommige raadsels worden opgelost. Toch blijven er altijd nog vragen.



Dankwoord


Mijn bijzondere dank gaat uit naar de trainers in Apeldoorn en Goes van de Koninklijke Visio waar alles wordt gedaan om blinden en slechtzienden volwaardige deelnemers te maken in het maatschappelijk verkeer. Bijzondere aandacht verdient het werk dat er verricht wordt voor vluchtelingen die door oorlogsgeweld hun gezichtsvermogen zijn kwijtgeraakt.



Opdracht


Deze roman draag ik op aan mijn vrouw Tania en mijn twee zoons David (overleden in 2020) en Marc. Ieder heeft op zijn manier bijgedragen aan de totstandkoming van deze roman.



Disclaimer


Alle gebeurtenissen en personen in deze roman zijn fictief. Enige overeenkomsten tussen gebeurtenissen en personages met werkelijk bestaande personen berusten op toeval.



Hoofdstuk 1: Het verleden en nu


De dijk slingert als een lang lint langs het IJsselmeer, de vroegere Zuiderzee. Ooit was de dijk bedoeld om bescherming te bieden tegen de verwoestende kracht van de door stormen opgezweepte golven. Als de bewoners van weleer naar de dijk zouden kijken dan zouden ze meewarig hun hoofd schudden en nu hebben ze zich zeker omgekeerd in hun graf. Immers: hoe kan een dijk begroeid met allerlei struiken en onkruid nu het land beschermen tegen het wassende water? Inderdaad, de hoogte van de dijk en de begroeiing ervan zijn het bewijs van de mindere status. De dijk staat synoniem voor de grens tussen land en water. Er is geen vijand die zo vaak bevochten is als de zee en de rivieren. Beide hebben veel voorspoed en droefenis gebracht. De dorpen en steden langs de dijk dragen de sporen van de eeuwenlange strijd. De welvarendheid ziet men terug in de voorname koopmanshuizen terwijl de armoede en droefenis te vinden zijn in de onmenselijk kleine zeemanshuizen en op de lokale begraafplaatsen waar de jongeren begraven liggen die op een te jonge leeftijd het leven lieten. In de hoek van de begraafplaats staat een enorm walvisbot ter herinnering aan hen die het leven lieten op de walvisvaart. Natuurlijk verdienen zij een plaats in onze herinneringen, maar dat geldt ook voor hen die vielen tijdens de ontdekkingstochten naar de West of het Verre Oosten. Op de boulevards kan men de beelden zien van weduwen die de dood bewenen van hun man en zonen die met schip en al zijn vergaan op de oceaan.
Deze herinneringen aan een roemrijk verleden worden nergens in de steden of dorpen langs het IJsselmeer verstoord door de verhalen van anderen die de veroverzucht moesten verdragen en van vrije mannen tot slaaf werden gemaakt. Hun arbeid zorgde ervoor dat de rijkdommen naar de westerse rijken werden verscheept. Zij werkten zonder redelijke vergoeding; vaak geslagen en zwaar vernederd moesten ze ook aanzien hoe hun vrouwen werden verkracht en meegenomen door de Hollanders.

Nu wonen er de nakomelingen van de welvaart en droefenis, onbewust hoe zwaar hun bestaan is bevochten. Wij, Nederlanders, beschouwen onszelf als beschaafd, tolerant en leidend onder de rijke landen bij het verbeteren van het lot van de inwoners in de derdewereldlanden. Jammer genoeg is het soms alsof het slechts een laagje vernis betreft. Onze werkelijke gevoelens zijn niet veel veranderd ten aanzien van het verleden.



Hoofdstuk 2: Te groot voor het servet


Sterre
Langzaam dringen de zonnestralen van het ochtendgloren door tot in de zolderkamer van de grote luxe villa. De zonnestralen werken zich langzaam omhoog, eerst nog beperkt door het struikgewas en daarna door de lange populieren die overal langs het terrein groeien. Maar dan bereiken de zonnestralen in hun volle glorie het binnenste van de zolderkamer. Er zijn geen gordijnen die het zomers geweld tegenhouden. Dit is de natuurlijke wekker van de schone slaapster in de smaakvol ingerichte slaapkamer.

Ze ligt op een luxe dekbed bij het zwembad van het jacht de Prins van Monte Carlo, haar vizier gericht op de skyline en haven van het mondaine Monaco. Na een lange nacht van dansen, flirten met de mooiste mannen van de wereld, onbeperkt gokken aan de goktafels van de wereldvermaarde casino’s, heeft ze zich laten verleiden door een zwartharige latino bij wie ze verdronk in de onmetelijke diepten van zijn ogen. De man heeft haar meegetroond naar zijn limousine die hen direct naar de haven reed waar zijn jacht lag te deinen op de golven van de baai. Ze heeft zich overgegeven aan de hete hartstocht en is verdronken in het bedrijven van de liefde; ze hebben niet de moeite genomen om benedendeks te gaan, maar hun liefdesspel ten uitvoer gebracht op het ruime bovendek van het jacht. Haar gebruinde minnaar, slechts gekleed in een alles verduidelijkende jockey, komt van onderdeks het dek op met een dienblad vol tropisch fruit, koffie, vruchtensappen en een gepocheerd ei. Als haar minnaar dichterbij komt dan worden de contouren van zijn gezicht duidelijker. Het is Mark-Anthony met wie ze het bed heeft gedeeld. Ze schrikt wakker als de gedachte in haar hoofd springt – „No fat chance”. Verschrikkelijk dat nu juist de openbaring van zijn identiteit haar heeft doen wakker schrikken.

Of zijn het de eerste zonnestralen die haar huid hebben bereikt die haar wakker hebben gemaakt? Als ze zich bewust wordt van haar omgeving realiseert ze zich dat ze uit een diepe droom is ontwaakt. Na haar droom heeft Sterre al een half uur liggen woelen in haar bed. Slapen kan ze niet meer want door haar hoofd spoken de visioenen van weer een dag op school. Ze voelt zich als de zwaan in een vijver vol met lelijke eendjes. Ze ziet zichzelf als een einzelgänger want ze heeft slechts enkele echte vriendinnen kunnen maken in dit gehucht Vorstendam. De andere meisjes van haar leeftijd vonden haar in eerste instantie een arrogant stadswicht. Natuurlijk heeft dat alles te maken met haar meer gedurfde, moderne kleding en haar Amsterdams accent. In de eerste week heeft ze zich laten ontvallen dat ze de nabijheid mist van bioscopen en moderne kledingwinkels. Dit alles is haar niet in dank afgenomen. Nu, bijna een jaar later, heeft ze meerdere hechte vriendschappen met leeftijdgenoten.

Sinds de zomer van vorig jaar is zij met haar ouders, Arnold en Stefanie, en haar kleine broertjes ontvlucht aan het stressvolle, vervuilde en gewelddadige stadsleven van Amsterdam. Haar vader pendelt nu dagelijks naar Amsterdam-Zuid waar het advocatenbureau een kantoor heeft aan de Zuidas. De suggestie van Sterre dat zij ook kan pendelen naar haar oude school is resoluut van de hand gewezen. Haar moeder heeft gezegd: „We verhuizen omdat we je leven niet willen verpesten door de negatieve, verderfelijke invloeden in de stad.” Vol drama heeft Sterre betoogd: „Weten jullie dan niet dat jullie mijn leven beroven van mijn ziel en inspiratie. Dit gat heeft niets te bieden. De jongens zijn net als uit de klei getrokken lomperiken. De meisjes leven nog in de vorige eeuw en dragen jute zakken als jurken. De enige muziek die ze beluisteren is Nederpop, jankende zangers met liefdesverdriet. Voor het geluid dat ze voortbrengen heeft een krolse kat model gestaan. Trouwens, om te suggereren dat we zijn verhuisd voor mijn ‚zielenheil’ is een pertinente onwaarheid. De werkelijke reden is dat mama nooit heeft kunnen aarden in de stad en dat met de promotie van papa tot partner konden we hier een veel mooiere woning betrekken.” Arnold kijkt nu omhoog van zijn iPad en is duidelijk geïrriteerd: „Genoeg van dit gezeur. Sterre, bied je excuses aan je moeder aan, want je opmerkingen zijn onterecht. Ik wil dat je nu stil bent want je gezeur hangt mij de keel uit.” Sterre staat op: „Mama, sorry, mocht ik je in je gevoelens hebben gekrenkt.”

Aangezien in bed blijven liggen geen optie is, blijft er niets anders over dan op te staan. Ze laat haar blik door haar kamer dwalen en stelt met tevredenheid vast dat haar kamer bijna geheel één op één is getransformeerd van haar kamer in Amstelveen naar deze kamer in Vorstendam. Een levensgrote poster van Mark Anthony siert de grote muur tegenover haar bed. Voor het overige is er een boekenplank met haar boeken en een plank met haar lievelingsknuffels; natuurlijk neemt ze al geen jaren meer een knuffel mee naar bed als ze gaat slapen. Ze droomt van lange, lange zwoele nachten in de armen van een donkerharige, gebruinde vreemdeling die haar meeneemt naar zijn superluxe zeiljacht, gelegen in de haven van het mondaine Monaco.

In de ene hoek van de kamer heeft ze haar bureau opgesteld, terwijl er in de andere hoek een gezellig zitje is gecreëerd. Op het bureau liggen haar aardse schatten die haar leven beheersen, haar laptop en iPhone, naast alle sieraden en kleding. De kledingstukken van de vorige dag heeft ze beneden in haar kledingkast gegooid, een gewoonte die haar moeder verafschuwt. Maar wat voor zin heeft het om gebruikte kleding netjes op te vouwen als ze vervolgens in de wasmachine gepropt worden om gewassen te worden.
Met een dramatisch gebaar opent ze haar kastdeur, om daarin de kleding uit te zoeken die ze zowel op school alsook daarna kan dragen, Vandaag kiest ze een kort rokje en een naveltruitje die haar jonge soepele lichaam benadrukken. Als ze beneden komt in haar outfit bekijkt haar moeder haar afkeurend aan en zegt: „Sterre, met zulke kleding breng je ons nog in opspraak en je wordt misschien wel naar huis gestuurd om andere kleding aan te trekken.” Sterre reageert: „Ik heb het recht om mij te kleden als een moderne jonge vrouw en het is niet aan de school om te bepalen welke vrouwelijke kleding ik wens te dragen, we leven niet meer in de middeleeuwen! Het is mijn keuze om te laten weten dat ik een vrouw ben.” Haar vader schudt zijn hoofd en geeft zijn gebruikelijke, niet veroordelende commentaar: „Sterre, ik begrijp wat je bedoelt; bij ons op kantoor zijn er ook legio jonge vrouwen die zich bewust van hun vrouwelijkheid kleden. Maar ik moet wel zeggen dat dat echte jonge vrouwen zijn en jij bent nog enigszins te jong om je keuze op te dringen. Het is zoals ze zeggen: je bent te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken.”
In Amsterdam is de kleding die ze voorgenomen heeft om vandaag te dragen, in de zomer een gewone uitdossing. In het dorp daarentegen weet ze dat menige wenkbrauw omhoog zal gaan in afkeuring van zulk onzedig gedrag. Nu al geniet ze van de spanning en ongemakkelijke houding van de jongens, die echt niets gewend zijn.

Ze vraagt zich af hoe ze op de meest effectieve wijze de ouderlijke inquisitie kan doorstaan. Iedere ochtend ondergaat ze die als een foltering van de ergste soort. Steevast komt de vraag van haar moeder: „Sterre, wat is je programma voor vandaag? Heb je al je huiswerk af kunnen krijgen?” Natuurlijk geeft Sterre altijd het gewenste antwoord om zo een lange uitleg en litanie van haar moeder te voorkomen. Vandaag heeft Sterre zich voorgenomen om zich aan tafel als een modeldochter te gedragen: „Goedemorgen Arnold, Stefanie en mijn lieve kleine aapjes.” Direct is er grote verontwaardiging van haar tweelingbroertjes: „Wij zijn geen aapjes, jij bent zelf een aap!” roepen ze gezamenlijk, terwijl ze hun zus boos aankijken.
De tweeling, Jonathan en Melissa, zijn nakomertjes en hebben pas de gelukkige leeftijd van vier jaar. Eigenlijk is Sterre gek op de tweeling, maar oppassen komt vandaag slecht uit omdat ze snel even op en neer wil gaan naar Amsterdam om daar nog een leuke outfit te kopen. „Mama, ik kan vanmiddag niet oppassen want ik heb afgesproken met Joyce en Filomena om samen te gaan werken aan het biologie werkstuk.”
„Oh wat leuk, Sterre, in dat geval zal ik de buurvrouw vragen om even op de tweeling te letten. Zorg er wel voor om rond zes uur thuis te zijn, want we willen niet weer wachten met het eten. Opgewarmd eten is ook niet erg smakelijk.” Sterre kijkt even nadenkend naar het bord voor haar op tafel: „Ik denk dat we met z’n drieën patat gaan halen dan kunnen we er nog een extra uur aan vast plakken. Maar nu ga ik er vandoor anders kom ik te laat voor de eerste les.” Ze geeft haar moeder een knuffel en haar vader een kus op zijn kalende kruin. Enkele momenten later wordt de keukendeur dichtgeslagen waardoor de ramen rammelen in hun sponningen. De harde klap van de keukendeur wordt door de tweeling verschillend opgevat. Jonathan lacht hard en roept: „Sterre stout, doet heel hard met de deur, bang”. Zijn zusje is geschrokken en huilt onbedaarlijk. Op dit moment heeft Sterre echter geen tijd om terug te gaan en haar excuses aan te bieden.

Misschien vind je dit ook leuk :

Sterre verloren in de liefde

de Zeeuw Thue

Verborgen misdaad

review:
*verplichte velden