Zwemmen Of Verzuipen

Zwemmen Of Verzuipen

Een meesterklas in de klimaatopwarming

Walter Van Bunder


EUR 19,90

Formaat: 13.5 x 21.5 cm
Pagina aantal: 312
ISBN: 978-3-99146-135-7
Publicatie datum: 21.07.2023
De auteur belicht de klimaatopwarming vanuit een duale optiek: een wetenschappelijke via een lessenpakket in het hoogste middelbaar door een bewogen en deskundige leraar en een menselijke via de gedachten en de lotgevallen van een vriendengroep studenten.
I De Klimaatbetoging, Brussel


Vrijdag 20.9.2019

Antwerpen, vrijdagmorgen, 20 september 2019.

Drie kameraden-studenten van het laatste jaar-middelbaar van het Koninklijk Atheneum verschijnen op het appel in het Centraal Station, de spoorwegkathedraal, zo genoemd wegens zijn machtige, monumentale, 75 meter hoge koepel, en zijn ongewone, kerkelijke, eclectische, klassiek-barokke vormgeving die hem in de vele lijstjes van de mooiste stations ter wereld een dichte ereplaats oplevert.

Jan, Piet en Joris wachten op de trein naar Brussel om als klimaatstrijders te gaan betogen tegen de op komst zijnde, bijna onafwendbare planetaire ellende van de opwarming, de ultieme apocalyps. Ondanks alles is de stemming licht euforisch, omwille van het gevoel dat ze een bijdrage kunnen leveren aan een betere toekomst voor mens en natuur, hoe klein die ook moge wezen, waardoor hun nog jonge bestaan een ’sense of meaning’ krijgt. Ze wachten bovendien op de komst van hun vriendinnen-medestudenten uit het laatste humaniorajaar om er samen eens flink in te vliegen en de schoolstaking voor aangename en nuttige doeleinden aan te wenden.

In afwachting van de komst van de vriendinnen en de trein, proberen ze mekaar te overtreffen in het vertellen van flauwe moppen.

Jan: ”Hoe kan je een professionele kapper herkennen?”

Pauze

Jan: ”Hij knipt enkele keren met zijn schaar in de lucht, vooraleer hij in de haren knipt.”

Piet: ”Hoe kan je wc-papier uitsparen?”

Pauze

Piet: ”Het laatste velletje bij het reinigen is overbodig want het blijft vlekkeloos wit, maagdelijk blank.”

Joris: ”Ja, maar dat weet je pas na gebruik van dat velletje.”

Piet: ”Daarom moet je het voorlaatste velletje plooien en aan beide kanten gebruiken, dan heb je het laatste niet nodig.”

Joris: ”Weten jullie hoe arm wij thuis waren?”

Pauze

Joris: ”Toen er ’s nachts bij ons werd ingebroken, hielp mijn vader de inbreker naar ons geld zoeken.”

Jan: ”Ken je die al van Salah Abdeslam, een van de terroristen van Parijs van 2015?”

Pauze

Jan: ”Hij heeft een klacht ingediend tegen de producent van zijn bomgordel omdat die niet ontploft is, waarop de producent repliceerde: het zijn altijd dezelfde die reclameren. Van degenen, wiens springtuig het wel gedaan heeft, zul je geen klachten horen.”

Terwijl de vrienden helemaal opgaan in hun wedstrijdje ’wie is de grappigste’ worden ze langs achter beslopen door hun drie vriendinnen-medestudenten, medestrijdsters voor het klimaat, Marie, Thelma en Louisa. De stationshal is dichtbevolkt, zodat ze ongemerkt tot op springafstand kunnen naderen, om zich dan onder het slaken van hun strijdkreet ’Gretanuna’ op hun vrienden te storten.

Jan en Piet zijn overrompeld door deze onverhoedse overval en komen beiden ten val. Jan probeert nog zijn val te breken met zijn linkerhand, maar voelt daarbij een scherpe pijnscheut in de pols. ”Godverdomme, Marie, moet dat nou? Mijn pols is gebroken of in het beste geval verstuikt. Vijf tot zes weken geen basket, leuk hoor.” Hij blijft nog even zitten en omklemt zijn linkerpols met zijn rechterhand. Marie barst in snikken uit en slaat haar arm rond de schouders van Jan, op wie ze stiekem verliefd is. ”Sorry, Jan, dit was zo niet bedoeld.” Jan: ”Laat ons hopen dat het niet zo erg is. De pijn trekt al een beetje weg.” Hij kijkt op zijn horloge en maant de anderen aan naar het perron te gaan, want de trein naar Brussel vertrekt binnen vijf minuten. Marie, schuldbewust: ”Zal ’t gaan, Jan? Zullen we niet de medische dienst van het station opzoeken?” Jan, sussend: ”Zo erg zal het wel niet zijn. De plicht roept.” Enigszins in bedrukte stemming begeeft het zestal zich, midden een honderdtal medebetogers, naar perron 23, vastberaden hun steen bij te dragen aan een hogere missie.

Op de trein smelten de kleine kliekjes samen tot coupé-grote klieken. Enkele oudere medepassagiers proberen tevergeefs hun krant te lezen midden in de herrie en het gejengel van de tomeloze jongeren. Het lijkt wel een tafereel uit het pre-smartphone-tijdperk. Een man van middelbare leeftijd, nog ouderwets klassiek gekleed, blauw kostuum en grijze das, raakt licht geïrriteerd en vraagt de jongeren in zijn compartiment of het niet wat stiller kan. Joris, Hollands assertief: ”Je zit hier niet in de stilte-coupé, zoals in Nederland.” Joris kan zijn Nederlandse afkomst moeilijk verloochenen. De man neemt dit niet, start een jeremiade en laat al zijn frustraties de vrije loop. ”Hebben jullie niets beters te doen dan de boel op stelten te zetten? Kunnen jullie niet betogen op een vrije dag, woensdagnamiddag of zaterdag? Dan zouden er heel wat minder liefhebbers zijn. Het komt jullie goed uit, een extra vrije dag en lekker herrie schoppen. En nog onbeleefd ook. Snotapen, nietsnutten!!” Dit laat Joris niet zomaar over zich heen komen. ”Wie is er hier onbeleefd? Ik zal niet zo onbeleefd zijn om u een brulaap te noemen, een ongelikte beer, een wolf in schapenvacht, een sluwe vos of een opgeblazen kikker, nee, zo onbeleefd wil ik niet zijn. Integendeel, ik vind u een empathische, voorkomende, inschikkelijke, beheerste en galante verschijning. Als we het nu nog eens zouden worden over de reden waarom we hier nu met zijn allen zoveel kabaal maken. Al gehoord van de klimaatopwarming? Zouden we niet beter met alle generaties samen ten strijde trekken? Uw generatie laat alles over aan ons, de jeugd. Jullie denken dat jullie broodje gebakken is en dat het jullie tijd nog wel zal duren. Dat zou wel eens kunnen tegenvallen als het smelten van de gletsjers en de ijskappen op de polen en op Groenland aan dit tempo doorgaat.”

De man is overdonderd door het verbaal talent en de sarcastische toespelingen van zijn gesprekspartner. Na een korte pauze vindt hij zijn ’cool’ terug en repliceert hij: ”Sorry dat ik je daarnet zo onbehouwen de mantel heb uitgeveegd, de zenuwen speelden me parten. Maar jouw repliek was ook pittig en allesbehalve zachtaardig. Mag ik me voorstellen: mijn naam is Frans Dejonghe, en ik geef les in fysica aan het Sint Jan Berghmans College in Brussel. Ik zie dat je een verstandige kerel bent en ik wil graag de discussie met jou aangaan over de klimaatopwarming.” Joris, opgelucht: ”Het verheugt me dat we de vredespijp roken. Let’s shake hands.”

Onder de toeziende ogen van Jan, Piet, Marie, Thelma en Louisa drukken Joris en Frans elkaar de hand, in het vooruitzicht van een tegensprekelijke gedachtenuitwisseling, voor zover dat nog mogelijk is in het korte tijdsbestek dat hun nog rest tot de trein aankomt in Brussel-Noord.

Frans: ”Over een ding kunnen we het eens zijn. De aarde warmt al enkele tientallen jaren op. De oorzaak is hoogstwaarschijnlijk de toegenomen uitstoot van broeikasgassen, vooral dan van CO2 door de verbranding van fossiele brandstoffen. Het smelten van ijskappen en gletsjers, samen met de uitzetting van water door de temperatuurstijging, veroorzaakt een stijging van het zeeniveau, met het risico van een permanente overstroming van laaggelegen landgebieden. Daarnaast is een drastische wijziging van de ecosystemen te vrezen, met sommige gebieden die droog en onvruchtbaar zullen worden en andere die in de omgekeerde richting zullen evolueren, waardoor grote migratiestromen op gang zullen komen. Toenemende spanningen tussen inheemsen en migranten kunnen niet uitblijven. Tot daar de diagnose, daar kunnen we het eens over zijn.”

Joris: ”Nu nog vlug de remedie, de oplossingen. We moeten snel zijn want we zijn bijna in Brussel.”

Frans: ”Sorry, maar ik vrees dat, zoals onze wegen zullen scheiden in Brussel, daarover onze meningen evenzeer zullen uiteenlopen. Waar jullie vooral mikken op het beleid van regeringen en de respons van de bedrijfswereld, zie ik de redding meer in de doelgerichte vooruitgang van wetenschap en technologie, ondersteund door overheden en door bewustwording van het grote publiek. Het volstaat niet te roepen en te betogen. Jullie moeten kennis vergaren door lectuur en studie, zodat jullie inzicht krijgen en met expertise in het debat kunnen gaan en niet op een eenzijdige, maar op een objectieve manier, met ook de nodige dosis zelfkritiek, zodat jullie geloofwaardigheid opbouwen. Het goede voorbeeld geven en het eigen foute gedrag aanpassen is essentieel om ook anderen te overtuigen van de ernst van de situatie en de noodzaak van veranderingen ten goede.

”Bijvoorbeeld: Kennen jullie de impact van smartphones op de opwarming en het milieu in het algemeen? Het energieverbruik van de centrale datacenters van onder andere Facebook en Google bedraagt ongeveer de helft van de energie die wereldwijd wordt geconsumeerd voor transport, 200 terawattuur per jaar, blijkt uit onderzoek van het wetenschappelijk tijdschrift Nature. Daarnaast is er het delven van de grondstoffen, de productie, de veel te hoge omloopsnelheid, de afvalberg en het dagelijkse opladen van de batterijen, allemaal erg schadelijk voor de opwarming en het milieu. Vooral het gebruik op sociale media van foto’s en filmpjes is hier debet aan. Het is een impact waarvoor de wereld en vooral de jeugd blind is.

”Ik moet het hierbij laten, want we zijn aangekomen in Brussel-Noord. Ik wens jullie veel succes en geef jullie mijn naamkaartje, als jullie verder in debat willen gaan. Behoud het idealisme, maar probeer het te verzoenen met realisme, pragmatisme en ratio. Tot ziens.”

Verbouwereerd verlaten de studenten het station. Ze bergen hun smartphones op in hun diepste zak, terneergeslagen omdat ze het gevoel hebben dat hun de les werd gespeld en dat ze te weinig weerwerk hebben geboden.

Marie wil de aandacht verleggen en vraagt Jan: ”Doet je pols nog pijn?” Jan beduusd: ”Minder pijn dan mijn gekwetst ego. Die man heeft ons met de neus op enkele feiten, ’inconvenient truths’ of ongemakkelijke waarheden, gedrukt.”

Vanuit het station gaat het, om 13.30 uur, met een massa van ongeveer 15.000 betogers, via de Koning Albertlaan, de Kruidtuinlaan en de Wetstraat, naar het Jubelpark, het eindpunt van de manifestatie. Het zijn vooral jongeren, meer meisjes dan jongens, meer Vlaams- dan Franstaligen, en enkele verdwaalde grootouders die de dienst uitmaken. Diverse jeugdorganisaties trekken samen op: Youth for Climate met woordvoerster, passionaria Anuna De Wever, met haar (of zijn) ontslagnemend lief Kyra Gantois, Teachers for Climate, Workers for Climate en het radicale Extinction Rebellion dat pleit voor burgerlijke ongehoorzaamheid. Opgemerkt is ook de aanwezigheid van de politici Hedebouw van de PVDA en Almaci van Groen.

Op dezelfde dag zijn er 5.000 grote en kleine betogingen wereldwijd, met Greta Thunberg, het boegbeeld van de beweging, in New York. Opvallend: bijna iedereen loopt met een smartphone in de hand, frequent foto’s en filmpjes makend, met tussendoor een selfie om hun aanwezigheid voor eeuwig vast te leggen. De zes atheneumvrienden maken een gelukkige uitzondering hierop.

Naarmate de stoet verder vordert, worden de deelnemers luidruchtiger en de meest uiteenlopende slogans worden gescandeerd: ’Alle kerncentrales dicht’, ’De groenen aan de macht’, ’Anuna in de plaats van Bart’, ’Stop het kapitalisme’, ’Stop de multinationals’, ’Steden autovrij’, ’Oude zakken, rolt uw matten’, maar ook ’Eerlijke belasting’, ’Groene energie nu’, ’Tous ensemble’. Het is een bonte verzameling van allerlei strekkingen, maar toch met een hoofdzakelijk groen en links gedachtengoed. De optocht eindigt in het Jubelpark met een fel toegejuichte, korte toespraak van Anuna De Wever.
De zes Antwerpse vrienden proberen op de terugtocht naar het Noordstation hun indrukken en gevoelens met elkaar te delen.

Thelma, die meestal de zwijgzaamste is van de zes, maar die zeer intelligent en kritisch ingesteld is: ”Ik vond de sfeer paradoxaal uitbundig en opgewekt. Het leek wel op de uitgelaten stemming op de koffietafel na een begrafenis. Ik had het veel grimmiger verwacht. De spanning, als die er al was, was eerder subcutaan en iedereen keert met een voldaan gevoel huiswaarts, in de overtuiging een steentje in de rivier te hebben verlegd. Dat gevoel heb ik helemaal niet.”

Piet, homoseksueel en overtuigd links, is een andere mening toegedaan: ”Ik ben ontroerd door de samenhorigheid van de jeugd, hun idealisme en hun strijdvaardigheid. Dit belooft voor onze toekomst. Wij, de jeugd van nu, zullen de problemen snel en kordaat aanpakken en oplossen. Naast het klimaat zullen we ook de sociale ongelijkheid op alle terreinen aanpakken en doen smelten als sneeuw in de zon.”

Louisa, uitbundig, extravert, maar toch sceptisch en ietwat cynisch: ”Dat valt nog af te wachten. Ik vond het een nogal overdreven sloganesk gedoe. Het leek eerder op een politieke, ideologische bijeenkomst dan op een klimaatdemonstratie. Wacht maar tot al die tieners een baan en een gezin hebben en een huis met een zware hypotheek.”

Piet: ”Waarom heb je hier dan aan meegedaan?” Louisa: ”Omdat ik de hoop op verandering niet helemaal wil opgeven. Je weet maar nooit.”

Joris, de spraakwaterval met Nederlandse ’roots’: ”Jullie hebben allemaal een beetje gelijk. En voor de rest moet iedereen met zijn geweten in het reine komen over welke richting hij inslaat: sociaal, idealist, bekommerd om de medemens en de natuur of carrière en persoonlijke welvaart. Tussen die twee extremen zijn er heel wat tussenvormen mogelijk.”

Jan en Marie houden zich afzijdig. Marie is nog steeds bezorgd om de lichamelijke integriteit van Jan, wiens pols nu toch lichtjes begint op te zwellen. Ze wijkt niet van zijn zijde, wat ze gezien haar verliefdheid niet zo’n grote opgave vindt. Ze smeekt Jan: ”Terug in Antwerpen gaan we vanavond nog naar de spoeddienst.”

De andere vier zetten hun discussie verder op de trein terug naar de koekenstad. Ze geraken het niet eens over wat er moet gebeuren en wie dat dan moet doen. Ze zijn het er wel over eens dat er geen tijd mag verloren gaan.

Op de spoed wordt Jan naar de radioscopie verwezen waar blijkt dat zijn polsbeentje gebroken is. Marie barst in tranen uit, zo erg dat Jan haar moet troosten. ”Het is gelukkig maar mijn linkerpols, die ik voor bijna niks nodig heb.” Hij omarmt haar en geeft haar een innige kus op de mond. Ze lacht door haar tranen heen. ”Dat heb ik niet verdiend.” Ze weet niet hoe ze moet reageren, wat ze ervan moet denken. Ze is helemaal in de war. Dit is de eerste keer dat Jan haar zo liefdevol benadert, en dan nog met een secondenlange, innige kus op de mond. Jan is, qua uiterlijk, een echte Adonis. Blond, blauwe ogen, groot, atletisch, sportief, basketter. Marie is eerder klein vergeleken met Jan, grote donkere ogen, zwart gekruld haar met een heel vrouwelijk figuur, ronde vormen, zachtaardig, gevoelig.

Jan is ook sprakeloos, de kluts kwijt. Hij beseft dat hij impulsief is tekeergegaan, in een bevlieging, maar toch gevolg gevend aan een lang sluimerende verliefdheid. Hij schrikt er voor terug dit gevoel in daden om te zetten, omdat hij zich nog niet klaar voelt voor een lange, vaste relatie. Hij vermoedt dat Marie, niet het flirterige type, dat wel is en op die wijze te vroeg zijn vrijheid zou inperken. Hij is zich bewust van zijn aantrekkingskracht op meisjes en hij is niet van plan van de voordelen daarvan nu al afstand te doen.

Na een lange stilte en nadat Marie’s tranen zijn opgedroogd, gaan ze samen huiswaarts. Jan legt troostend zijn rechterarm over haar schouders, zijn linkerarm in verband.



II Atheneum Antwerpen


Les 1 – 1 De klimaatopwarming

Di. 24.9.2019

Het Atheneum werd in 1807 gesticht door Napoleon Bonaparte, met als doel de macht van de clerus in te perken. Sindsdien studeerden hier vele prominente persoonlijkheden uit de politiek, de kunst en de wetenschap. Zelfs enkele voortrekkers van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd werden hier gevormd.

Laatste Leerjaar ASO

Leraar Corneel Van Biesen tracht de bonte bende aan het begin van de les tot rust te brengen. Het merendeel van de leerlingen zijn van allochtone origine. Het vriendengroepje van de zes betogers in Brussel is samen met nog vier andere autochtonen in de minderheid.

Leraar Corneel is een sociaal bewogen man van middelbare leeftijd, maar rationeel ingesteld en met een bijna cartesiaans denkkader. Hij is ook zeer begaan met alles wat met de natuur en met de toekomst van de mensheid te maken heeft. Aangezien de opwarming van de aarde nu reeds maanden, om niet te zeggen jaren, in het brandpunt van de belangstelling staat, vooral in de Westerse wereld, en aangezien een aantal van zijn leerlingen zich geëngageerd hebben in de laatste klimaatbetoging in Brussel, heeft hij besloten meerdere lessen uitsluitend hieraan te wijden.

Hij wil dit doen op een tegensprekelijke manier: niet elkaars standpunten alleen maar bevestigen of preken voor de eigen parochie, maar door de pro’s en de contra’s te belichten om tot een beter en gefundeerd inzicht te komen in de materie. Hij wil zelf wetenschappelijk gefundeerd als criticus of scepticus optreden ten opzichte van de voorstellen om de opwarming tegen te gaan, een beetje als advocaat van de duivel, terwijl zijn leerlingen de voorstellen met rationele argumenten zullen verdedigen. Uit de botsing der ideeën zouden dan de meest efficiënte en realistische voorstellen moeten voortspruiten. Een IPCC in miniatuur, maar dan in een open discussie. Dit is tenminste zijn bedoeling of zijn uitgangspunt bij de start van deze lessencyclus, een mooie utopische gedachte.

Misschien vind je dit ook leuk :

Zwemmen Of Verzuipen

Thijs Booij jr.

Verlangen naar waarheid

review:
*verplichte velden